Holy Quran » HUUD : 50

En tot den stam Ad zonden wij hunnen broeder Hoed. Hij zeide: O, mijn volk! aanbid God! gij hebt geen God, behalve hem. Gij denkt slechts valschheid uit, door afgodsbeelden en tusschenpersonen van uw eigen maaksel op te richten.

{ و } أرسلنا { إلى عاد أخاهم } من القبيلة { هودا قال يا قوم اعبدوا الله } وَحِّدوهُ { ما لكم من } زائدة { إله غيره إن } ما { أنتم } في عبادتكم الأوثان { إلا مفترون } كاذبون على الله .