Preloader Image

19 Jamadilawal 1446H

Thu, 21 Nov 2024

Pray Time


25 : 61
تَبَارَكَ الَّذِي جَعَلَ فِي السَّمَاء بُرُوجًا وَجَعَلَ فِيهَا سِرَاجًا وَقَمَرًا مُّنِيرًا
Gezegend zij hij die de twaalf teekenen in de hemelen heeft gesteld, en daarin des daags eene lamp plaatste en de maan die des nachts schijnt.
25 : 62
وَهُوَ الَّذِي جَعَلَ اللَّيْلَ وَالنَّهَارَ خِلْفَةً لِّمَنْ أَرَادَ أَن يَذَّكَّرَ أَوْ أَرَادَ شُكُورًا
Hij is het die den nacht en dag bevolen heeft elkander op volgen, voor hem die overwegen wil, of zijne dankbaarheid verlangt te betoonen.
25 : 63
وَعِبَادُ الرَّحْمَنِ الَّذِينَ يَمْشُونَ عَلَى الْأَرْضِ هَوْنًا وَإِذَا خَاطَبَهُمُ الْجَاهِلُونَ قَالُوا سَلَامًا
De dienaren van den Barmhartige zijn zij, die zedig op de aarde wandelen, en die, als de onwetende tot hen spreekt, antwoorden: Vrede.
25 : 64
وَالَّذِينَ يَبِيتُونَ لِرَبِّهِمْ سُجَّدًا وَقِيَامًا
En die de nacht doorbrengen in de aanbidding van hunnen Heer, opstaande om tot hem te bidden.
25 : 65
وَالَّذِينَ يَقُولُونَ رَبَّنَا اصْرِفْ عَنَّا عَذَابَ جَهَنَّمَ إِنَّ عَذَابَهَا كَانَ غَرَامًا
En die zeggen: O Heer! leid ons van de pijniging der hel af; want de marteling daarvan duurt eeuwig.
25 : 66
إِنَّهَا سَاءتْ مُسْتَقَرًّا وَمُقَامًا
Waarlijk, het is een ellendig verblijf en eene slechte rustplaats.
25 : 67
وَالَّذِينَ إِذَا أَنفَقُوا لَمْ يُسْرِفُوا وَلَمْ يَقْتُرُوا وَكَانَ بَيْنَ ذَلِكَ قَوَامًا
Die, wanneer zij giften doen, ruim noch karig zijn; maar den juisten middenweg daartusschen in acht nemen.
25 : 68
وَالَّذِينَ لَا يَدْعُونَ مَعَ اللَّهِ إِلَهًا آخَرَ وَلَا يَقْتُلُونَ النَّفْسَ الَّتِي حَرَّمَ اللَّهُ إِلَّا بِالْحَقِّ وَلَا يَزْنُونَ وَمَن يَفْعَلْ ذَلِكَ يَلْقَ أَثَامًا
En die geen anderen god naast den waren God aanroepen, noch de ziel dooden welke God verboden heeft te dooden, behalve voor eene rechtvaardige zaak, of die zich niet aan ontucht schuldig maken. Maar hij die dit doet, zal de vergelding zijner zonde ontmoeten.
25 : 69
يُضَاعَفْ لَهُ الْعَذَابُ يَوْمَ الْقِيَامَةِ وَيَخْلُدْ فِيهِ مُهَانًا
Zijne straf zal op den dag der opstanding verdubbeld worden, en hij zal, met schande bedekt, die eeuwig verduren.
25 : 70
إِلَّا مَن تَابَ وَآمَنَ وَعَمِلَ عَمَلًا صَالِحًا فَأُوْلَئِكَ يُبَدِّلُ اللَّهُ سَيِّئَاتِهِمْ حَسَنَاتٍ وَكَانَ اللَّهُ غَفُورًا رَّحِيمًا
Behalve zij die berouw betoonen en gelooven, en rechtvaardige werken doen zullen: voor hen zal God hunne vroegere zonden in goede werken veranderen; want God is vergevingsgezind en barmhartig.
25 : 71
وَمَن تَابَ وَعَمِلَ صَالِحًا فَإِنَّهُ يَتُوبُ إِلَى اللَّهِ مَتَابًا
En wie berouw betoont en doet wat rechtvaardig is, waarlijk, hij keert zich tot God met eene aannemelijke bekeering.
25 : 72
وَالَّذِينَ لَا يَشْهَدُونَ الزُّورَ وَإِذَا مَرُّوا بِاللَّغْوِ مَرُّوا كِرَامًا
En zij die geene valsche getuigenis afleggen, en welke, als zij bij een ijdel gesprek tegenwoordig zijn, dit op betamelijke wijze ontduiken,
25 : 73
وَالَّذِينَ إِذَا ذُكِّرُوا بِآيَاتِ رَبِّهِمْ لَمْ يَخِرُّوا عَلَيْهَا صُمًّا وَعُمْيَانًا
En die, als zij door de teekens van hunnen Heer worden vermaand, niet nedervallen alsof zij doof en blind waren, maar opstaan, en daaraan een aandachtig oor leenen.
25 : 74
وَالَّذِينَ يَقُولُونَ رَبَّنَا هَبْ لَنَا مِنْ أَزْوَاجِنَا وَذُرِّيَّاتِنَا قُرَّةَ أَعْيُنٍ وَاجْعَلْنَا لِلْمُتَّقِينَ إِمَامًا
En die zeggen: O Heer! verleen ons, in onze vrouwen en in onze kinderen, dezulken, die de voldoening onzer oogen zijn, en maak ons tot toonbeelden onder hen die u vreezen.
25 : 75
أُوْلَئِكَ يُجْزَوْنَ الْغُرْفَةَ بِمَا صَبَرُوا وَيُلَقَّوْنَ فِيهَا تَحِيَّةً وَسَلَامًا
Deze zullen beloond worden met de hoogste afdeeling in het paradijs, opdat zij met standvastigheid hebben volhard, en zij zullen daar het heil en den vrede vinden.
25 : 76
خَالِدِينَ فِيهَا حَسُنَتْ مُسْتَقَرًّا وَمُقَامًا
Eeuwig zullen zij daarin verblijven. Het zal een uitmuntend verblijf, en eene heerlijke rustplaats wezen.
25 : 77
قُلْ مَا يَعْبَأُ بِكُمْ رَبِّي لَوْلَا دُعَاؤُكُمْ فَقَدْ كَذَّبْتُمْ فَسَوْفَ يَكُونُ لِزَامًا
Zeg: God bekreunt zich niet om u, of gij hem al dan niet aanroept: gij hebt zijn gezant reeds van bedrog beschuldigd; maar hierna, zal u eene voortdurende straf worden opgelegd.


Share: