Preloader Image

19 Jamadilawal 1446H

Thu, 21 Nov 2024

Pray Time

Chinese | Dutch | French | German | Indonesian | Italian | Japanese | Malay | Sahih International | Tafsir الجلالين | Thai

Holy Quran » AL JAATZIYAH : 21 - 37



45 : 21
أًمْ حَسِبَ الَّذِينَ اجْتَرَحُوا السَّيِّئَاتِ أّن نَّجْعَلَهُمْ كَالَّذِينَ آمَنُوا وَعَمِلُوا الصَّالِحَاتِ سَوَاء مَّحْيَاهُم وَمَمَاتُهُمْ سَاء مَا يَحْكُمُونَ
Verbeelden de bedrijvers van onrechtvaardigheid zich, dat wij met hen zullen handelen, zooals met degenen, die gelooven en goede werken doen; zoodat hun leven en hun dood gelijk zullen wezen? Zij oordeelen slecht.
45 : 22
وَخَلَقَ اللَّهُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضَ بِالْحَقِّ وَلِتُجْزَى كُلُّ نَفْسٍ بِمَا كَسَبَتْ وَهُمْ لَا يُظْلَمُونَ
God heeft de hemelen en de aarde in waarheid geschapen; hij zal iedereen beloonen, overeenkomstig hetgene hij zal verricht hebben; en zij zullen niet onrechtvaardig behandeld worden.
45 : 23
أَفَرَأَيْتَ مَنِ اتَّخَذَ إِلَهَهُ هَوَاهُ وَأَضَلَّهُ اللَّهُ عَلَى عِلْمٍ وَخَتَمَ عَلَى سَمْعِهِ وَقَلْبِهِ وَجَعَلَ عَلَى بَصَرِهِ غِشَاوَةً فَمَن يَهْدِيهِ مِن بَعْدِ اللَّهِ أَفَلَا تَذَكَّرُونَ
Wat denkt gij? Hij, die zijne eigene lust boven God verkiest, en dien God voorbedachtelijk heeft doen dwalen, en wiens ooren en wiens hart hij heeft dichtgezegeld, en over wiens oogen hij een sluier heeft geworpen, wie zal dien richten, nadat God hem aan zijn lot zal hebben overgelaten?
45 : 24
وَقَالُوا مَا هِيَ إِلَّا حَيَاتُنَا الدُّنْيَا نَمُوتُ وَنَحْيَا وَمَا يُهْلِكُنَا إِلَّا الدَّهْرُ وَمَا لَهُم بِذَلِكَ مِنْ عِلْمٍ إِنْ هُمْ إِلَّا يَظُنُّونَ
Zij zeggen: er is geen ander leven, buiten ons tegenwoordig leven. Wij sterven en wij leven, en niets dan de tijd vernietigt ons. Maar zij hebben geene kennis van deze zaak; zij volgen slechts eene ijdele meening.
45 : 25
وَإِذَا تُتْلَى عَلَيْهِمْ آيَاتُنَا بَيِّنَاتٍ مَّا كَانَ حُجَّتَهُمْ إِلَّا أَن قَالُوا ائْتُوا بِآبَائِنَا إِن كُنتُمْ صَادِقِينَ
En als hun onze duidelijke teekenen worden herinnerd, kunnen zij geen ander bewijsmiddel daartegen aanvoeren, dan dat zij zeggen: Breng onze vaders, die dood zijn, tot het leven terug, indien gij de waarheid spreekt.
45 : 26
قُلِ اللَّهُ يُحْيِيكُمْ ثُمَّ يُمِيتُكُمْ ثُمَّ يَجْمَعُكُمْ إِلَى يَوْمِ الْقِيَامَةِ لَا رَيبَ فِيهِ وَلَكِنَّ أَكَثَرَ النَّاسِ لَا يَعْلَمُونَ
Zeg: God gaf u leven en deed u daarna sterven; hierna zal hij u op den dag der opstanding bijeenverzamelen; daaraan is geen twijfel; maar het meerendeel der menschen begrijpt het niet.
45 : 27
وَلَلَّهِ مُلْكُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرضِ وَيَومَ تَقُومُ السَّاعَةُ يَوْمَئِذٍ يَخْسَرُ الْمُبْطِلُونَ
Aan God behoort het koninkrijk van hemel en aarde; en den dag waarop het uur zal worden bepaald, zullen degenen te gronde gaan, die den Koran van ijdelheid beschuldigen.
45 : 28
وَتَرَى كُلَّ أُمَّةٍ جَاثِيَةً كُلُّ أُمَّةٍ تُدْعَى إِلَى كِتَابِهَا الْيَوْمَ تُجْزَوْنَ مَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ
En gij zult ieder volk geknield zien. Ieder volk zal voor zijn boek van rekenschap worden geroepen, en men zal tot hem zeggen: Dezen dag zult gij beloond worden, overeenkomstig datgene wat gij hebt verricht.
45 : 29
هَذَا كِتَابُنَا يَنطِقُ عَلَيْكُم بِالْحَقِّ إِنَّا كُنَّا نَسْتَنسِخُ مَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ
Dit ons boek zal met waarheid nopens u spreken; daarin hebben wij alles nedergeschreven, wat gij hebt gedaan.
45 : 30
فَأَمَّا الَّذِينَ آمَنُوا وَعَمِلُوا الصَّالِحَاتِ فَيُدْخِلُهُمْ رَبُّهُمْ فِي رَحْمَتِهِ ذَلِكَ هُوَ الْفَوْزُ الْمُبِينُ
Wat hen betreft, die geloofd en goede werken verricht zullen hebben, hun Heer zal hen in zijne genade omvatten: dit zal duidelijke gelukzaligheid zijn.
45 : 31
وَأَمَّا الَّذِينَ كَفَرُوا أَفَلَمْ تَكُنْ آيَاتِي تُتْلَى عَلَيْكُمْ فَاسْتَكْبَرْتُمْ وَكُنتُمْ قَوْمًا مُّجْرِمِينَ
Wat echter de ongeloovigen betreft, tot hen zal gezegd worden: Werden u niet mijne teekenen herinnerd? maar gij verwierpt die trotsch en werdt zondaren!
45 : 32
وَإِذَا قِيلَ إِنَّ وَعْدَ اللَّهِ حَقٌّ وَالسَّاعَةُ لَا رَيْبَ فِيهَا قُلْتُم مَّا نَدْرِي مَا السَّاعَةُ إِن نَّظُنُّ إِلَّا ظَنًّا وَمَا نَحْنُ بِمُسْتَيْقِنِينَ
En toen tot u werd gezegd: Waarlijk, de belofte van God was waar; en wat het uur des oordeels betreft, dit is ontwijfelbaar, antwoorddet gij: Wij weten niet wat het uur des oordeels is; wij hebben slechts eene onzekere meening, en wij hebben daaromtrent geene zekerheid.
45 : 33
وَبَدَا لَهُمْ سَيِّئَاتُ مَا عَمِلُوا وَحَاقَ بِهِم مَّا كَانُوا بِهِ يَسْتَهْزِئُون
Maar op dien dag zal het kwade van hetgeen zij zullen hebben verricht, voor hen verschijnen, en datgene, waarom zij hebben gespot, zal hen overal omringen.
45 : 34
وَقِيلَ الْيَوْمَ نَنسَاكُمْ كَمَا نَسِيتُمْ لِقَاء يَوْمِكُمْ هَذَا وَمَأْوَاكُمْ النَّارُ وَمَا لَكُم مِّن نَّاصِرِينَ
Er zal dan tot hen worden gezegd: Dezen dag zullen wij u vergeten, gelijk gij de ontmoeting van dezen uwen dag hebt vergeten; het hellevuur zal het verblijf zijn, en gij zult niemand hebben om u te bevrijden.
45 : 35
ذَلِكُم بِأَنَّكُمُ اتَّخَذْتُمْ آيَاتِ اللَّهِ هُزُوًا وَغَرَّتْكُمُ الْحَيَاةُ الدُّنْيَا فَالْيَوْمَ لَا يُخْرَجُونَ مِنْهَا وَلَا هُمْ يُسْتَعْتَبُونَ
Dit zult gij ondergaan, dewijl gij de teekenen van God tot onderwerp van uwen spot hebt gemaakt, en het leven der wereld heeft u misleid. Daarom zullen zij op dien dag niet worden weggenomen om weder op aarde te verschijnen, en er zal hun niets meer gevraagd worden, waardoor zij Gods welbehagen op zich zouden kunnen vestigen.
45 : 36
فَلِلَّهِ الْحَمْدُ رَبِّ السَّمَاوَاتِ وَرَبِّ الْأَرْضِ رَبِّ الْعَالَمِينَ
Geloofd zij dus God, de Heer der hemelen, en de Heer der aarde, de Heer van alle schepselen.
45 : 37
وَلَهُ الْكِبْرِيَاء فِي السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ وَهُوَ الْعَزِيزُ الْحَكِيمُ
En glorie aan hem in den hemel en op aarde; want hij is de machtige, de wijze God.


Share: