Preloader Image

19 Jamadilawal 1446H

Thu, 21 Nov 2024

Pray Time


40 : 41
وَيَا قَوْمِ مَا لِي أَدْعُوكُمْ إِلَى النَّجَاةِ وَتَدْعُونَنِي إِلَى النَّارِ
O mijn volk! wat mij betreft, ik noodig u tot de gelukzaligheid uit; maar gij noodigt mij tot het hellevuur.
40 : 42
تَدْعُونَنِي لِأَكْفُرَ بِاللَّهِ وَأُشْرِكَ بِهِ مَا لَيْسَ لِي بِهِ عِلْمٌ وَأَنَا أَدْعُوكُمْ إِلَى الْعَزِيزِ الْغَفَّارِ
Gij noodigt mij uit, God te loochenen, en datgene met hem te vereenigen waarvan ik geene kennis; maar ik noodig u tot den Machtigste, den Vergever van zonden.
40 : 43
لَا جَرَمَ أَنَّمَا تَدْعُونَنِي إِلَيْهِ لَيْسَ لَهُ دَعْوَةٌ فِي الدُّنْيَا وَلَا فِي الْآخِرَةِ وَأَنَّ مَرَدَّنَا إِلَى اللَّهِ وَأَنَّ الْمُسْرِفِينَ هُمْ أَصْحَابُ النَّارِ
Het is ontwijfelbaar, dat de valsche goden, waartoe gij mij uitnoodigt, niet verdienen aangeroepen te worden noch in deze, noch in de volgende wereld: dat wij tot God moeten terugkeeren, en dat de zondaren de bewoners van het hellevuur zullen wezen.
40 : 44
فَسَتَذْكُرُونَ مَا أَقُولُ لَكُمْ وَأُفَوِّضُ أَمْرِي إِلَى اللَّهِ إِنَّ اللَّهَ بَصِيرٌ بِالْعِبَادِ
En gij zult u dan herinneren wat ik thans tot u zeg. Wat mij betreft, ik onderwerp mijne zaak aan God; want God beschouwt zijne dienaren.
40 : 45
فَوَقَاهُ اللَّهُ سَيِّئَاتِ مَا مَكَرُوا وَحَاقَ بِآلِ فِرْعَوْنَ سُوءُ الْعَذَابِ
Daarom bevrijdde God hem van het kwaad, dat zij tegen hem hadden uitgedacht, en eene gestrenge straf omringde het volk van Pharao.
40 : 46
النَّارُ يُعْرَضُونَ عَلَيْهَا غُدُوًّا وَعَشِيًّا وَيَوْمَ تَقُومُ السَّاعَةُ أَدْخِلُوا آلَ فِرْعَوْنَ أَشَدَّ الْعَذَابِ
Zij zullen, des ochtends en des avonds, aan het hellevuur zijn blootgesteld, en op den dag waarop het oordeel zal plaats hebben, zal hun worden gezegd; Treed binnen, o volk van Pharao! in de gestrengste marteling.
40 : 47
وَإِذْ يَتَحَاجُّونَ فِي النَّارِ فَيَقُولُ الضُّعَفَاء لِلَّذِينَ اسْتَكْبَرُوا إِنَّا كُنَّا لَكُمْ تَبَعًا فَهَلْ أَنتُم مُّغْنُونَ عَنَّا نَصِيبًا مِّنَ النَّارِ
En denk aan den tijd, als de ongeloovigen, in het hellevuur met elkander zullen twisten, en de zwakken tot de hoovaardigen (de grooten) zullen zeggen: Waarlijk, wij waren uwe volgers; wilt gij ons dus niet van een deel van dit vuur redden?
40 : 48
قَالَ الَّذِينَ اسْتَكْبَرُوا إِنَّا كُلٌّ فِيهَا إِنَّ اللَّهَ قَدْ حَكَمَ بَيْنَ الْعِبَادِ
De hoovaardigen zullen antwoorden: Waarlijk, wij zijn allen gedoemd daarin te lijden; want God heeft thans zijne dienaren geoordeeld.
40 : 49
وَقَالَ الَّذِينَ فِي النَّارِ لِخَزَنَةِ جَهَنَّمَ ادْعُوا رَبَّكُمْ يُخَفِّفْ عَنَّا يَوْمًا مِّنَ الْعَذَابِ
En zij, die in het vuur zullen wezen, zullen tot de wachters der hel zeggen: Roept uwen Heer aan, opdat hij ons voor een dag deze straf verlichte.
40 : 50
قَالُوا أَوَلَمْ تَكُ تَأْتِيكُمْ رُسُلُكُم بِالْبَيِّنَاتِ قَالُوا بَلَى قَالُوا فَادْعُوا وَمَا دُعَاء الْكَافِرِينَ إِلَّا فِي ضَلَالٍ
Zij zullen antwoorden! kwamen uwe gezanten niet, met duidelijke bewijzen, tot u? Zij zullen zeggen: Ja. De bewaarders zullen daarop zeggen: Roept dus God aan: maar zijne aanroeping door de ongeloovigen zal slechts ijdel wezen.
40 : 51
إِنَّا لَنَنصُرُ رُسُلَنَا وَالَّذِينَ آمَنُوا فِي الْحَيَاةِ الدُّنْيَا وَيَوْمَ يَقُومُ الْأَشْهَادُ
Wij zullen zekerlijk onze profeten en hen die gelooven, in dit tegenwoordige leven helpen, en op den dag waarop de getuigen zullen opstaan.
40 : 52
يَوْمَ لَا يَنفَعُ الظَّالِمِينَ مَعْذِرَتُهُمْ وَلَهُمُ اللَّعْنَةُ وَلَهُمْ سُوءُ الدَّارِ
Een dag waarop de verontschuldiging der ongeloovigen hen niet zal baten; maar een vloek zal hen wachten en een ellendig verblijf.
40 : 53
وَلَقَدْ آتَيْنَا مُوسَى الْهُدَى وَأَوْرَثْنَا بَنِي إِسْرَائِيلَ الْكِتَابَ
Wij gaven vroeger aan Mozes eene leiding, en wij lieten het boek der wet, als eene erfenis voor de kinderen Israëls, na;
40 : 54
هُدًى وَذِكْرَى لِأُولِي الْأَلْبَابِ
Als eene leiding en eene vermaning voor menschen, die verstand bezitten.
40 : 55
فَاصْبِرْ إِنَّ وَعْدَ اللَّهِ حَقٌّ وَاسْتَغْفِرْ لِذَنبِكَ وَسَبِّحْ بِحَمْدِ رَبِّكَ بِالْعَشِيِّ وَالْإِبْكَارِ
Daarom, o profeet! verdraag de beleedigingen der ongeloovigen met geduld; want de belofte van God is waar. Vraag vergiffenis voor uwe dwaling en verkondig den lof van uwen Heer, des avonds en des ochtends.
40 : 56
إِنَّ الَّذِينَ يُجَادِلُونَ فِي آيَاتِ اللَّهِ بِغَيْرِ سُلْطَانٍ أَتَاهُمْ إِن فِي صُدُورِهِمْ إِلَّا كِبْرٌ مَّا هُم بِبَالِغِيهِ فَاسْتَعِذْ بِاللَّهِ إِنَّهُ هُوَ السَّمِيعُ الْبَصِيرُ
Wat hen betreft, die de teekenen van God bestrijden, zonder dat hun een overtuigend bewijs werd geopenbaard, er is slechts trotschheid in hunne borsten; doch zij zullen hun verlangen niet verkrijgen; vlucht dus tot God, als een toevluchtsoord; want hij hoort en ziet alles.
40 : 57
لَخَلْقُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ أَكْبَرُ مِنْ خَلْقِ النَّاسِ وَلَكِنَّ أَكْثَرَ النَّاسِ لَا يَعْلَمُونَ
Waarlijk, de schepping van hemel en aarde is grooter dan de schepping van den mensch, maar het meerendeel der menschen begrijpt het niet.
40 : 58
وَمَا يَسْتَوِي الْأَعْمَى وَالْبَصِيرُ وَالَّذِينَ آمَنُوا وَعَمِلُوا الصَّالِحَاتِ وَلَا الْمُسِيءُ قَلِيلًا مَّا تَتَذَكَّرُونَ
De blinde en de ziende zullen niet gelijk gesteld worden, noch zij die gelooven en rechtvaardigheid uitoefenen met de boosdoeners. Hoe weinigen overwegen dit in hun binnenste!
40 : 59
إِنَّ السَّاعَةَ لَآتِيَةٌ لَّا رَيْبَ فِيهَا وَلَكِنَّ أَكْثَرَ النَّاسِ لَا يُؤْمِنُونَ
Het laatste uur zal zekerlijk komen: dit is ontwijfelbaar; maar het meerendeel der menschen gelooft het niet
40 : 60
وَقَالَ رَبُّكُمُ ادْعُونِي أَسْتَجِبْ لَكُمْ إِنَّ الَّذِينَ يَسْتَكْبِرُونَ عَنْ عِبَادَتِي سَيَدْخُلُونَ جَهَنَّمَ دَاخِرِينَ
Uw Heer zeide: Roept mij aan en ik zal u verhooren, maar zij die met trotschheid mijnen dienst versmaden, zullen met schande de hel binnen gaan.


Share: