Preloader Image

21 Jamadilawal 1446H

Sat, 23 Nov 2024

Pray Time


53 : 21
أَلَكُمُ الذَّكَرُ وَلَهُ الْأُنثَى
Hebt gij mannelijke kinderen, en God vrouwelijke?.
53 : 22
تِلْكَ إِذًا قِسْمَةٌ ضِيزَى
Dit is dan eene onrechtvaardige verdeeling.
53 : 23
إِنْ هِيَ إِلَّا أَسْمَاء سَمَّيْتُمُوهَا أَنتُمْ وَآبَاؤُكُم مَّا أَنزَلَ اللَّهُ بِهَا مِن سُلْطَانٍ إِن يَتَّبِعُونَ إِلَّا الظَّنَّ وَمَا تَهْوَى الْأَنفُسُ وَلَقَدْ جَاءهُم مِّن رَّبِّهِمُ الْهُدَى
Het zijn slechts ijdele namen, welke gij en uwe vaderen godheden hebt genoemd. God heeft nopens hen niets geopenbaard, wat hunne vereering wettigt. Zij volgen slechts eene ijdele meening en wat hunne zielen begeeren; en toch is de ware richting van hunnen Heer tot hen gekomen.
53 : 24
أَمْ لِلْإِنسَانِ مَا تَمَنَّى
Zal de mensch alles hebben, waarnaar hij wenscht?
53 : 25
فَلِلَّهِ الْآخِرَةُ وَالْأُولَى
Dit en het volgende leven zijn Gods eigendom.
53 : 26
وَكَم مِّن مَّلَكٍ فِي السَّمَاوَاتِ لَا تُغْنِي شَفَاعَتُهُمْ شَيْئًا إِلَّا مِن بَعْدِ أَن يَأْذَنَ اللَّهُ لِمَن يَشَاء وَيَرْضَى
En hoeveel engelen er ook in den hemel mogen zijn, hunne tusschenkomst zal niets baten. Tot God verlof zal hebben verleend, aan wien hem zal behagen, en zich zijner zal aannemen.
53 : 27
إِنَّ الَّذِينَ لَا يُؤْمِنُونَ بِالْآخِرَةِ لَيُسَمُّونَ الْمَلَائِكَةَ تَسْمِيَةَ الْأُنثَى
Waarlijk, zij die niet in het volgende leven gelooven, beweren dat de engelen vrouwen zijn.
53 : 28
وَمَا لَهُم بِهِ مِنْ عِلْمٍ إِن يَتَّبِعُونَ إِلَّا الظَّنَّ وَإِنَّ الظَّنَّ لَا يُغْنِي مِنَ الْحَقِّ شَيْئًا
Doch zij hebben geene kennis daarvan; zij volgen slechts eene bloote meening; en eene bloote meening vervangt geen ding van waarheid.
53 : 29
فَأَعْرِضْ عَن مَّن تَوَلَّى عَن ذِكْرِنَا وَلَمْ يُرِدْ إِلَّا الْحَيَاةَ الدُّنْيَا
Wend u dus van hem af, die zich van onze vermaningen afwendt, en alleen naar het tegenwoordige leven haakt.
53 : 30
ذَلِكَ مَبْلَغُهُم مِّنَ الْعِلْمِ إِنَّ رَبَّكَ هُوَ أَعْلَمُ بِمَن ضَلَّ عَن سَبِيلِهِ وَهُوَ أَعْلَمُ بِمَنِ اهْتَدَى
Dit is hunne hoogste trap van kennis. Waarlijk, uw Heer kent hem wel, die van zijnen weg afdwaalt, en hij kent dengeen wel, die op den rechten weg is geleid.
53 : 31
وَلِلَّهِ مَا فِي السَّمَاوَاتِ وَمَا فِي الْأَرْضِ لِيَجْزِيَ الَّذِينَ أَسَاؤُوا بِمَا عَمِلُوا وَيَجْزِيَ الَّذِينَ أَحْسَنُوا بِالْحُسْنَى
Aan God behoort alles, wat zich in den hemel en op de aarde bevindt; hij zal hen vergelden die kwaad verrichten, overeenkomstig datgene wat zij zullen hebben bedreven, en hij zal hen beloonen die goed doen, met de uitmuntendste belooning.
53 : 32
الَّذِينَ يَجْتَنِبُونَ كَبَائِرَ الْإِثْمِ وَالْفَوَاحِشَ إِلَّا اللَّمَمَ إِنَّ رَبَّكَ وَاسِعُ الْمَغْفِرَةِ هُوَ أَعْلَمُ بِكُمْ إِذْ أَنشَأَكُم مِّنَ الْأَرْضِ وَإِذْ أَنتُمْ أَجِنَّةٌ فِي بُطُونِ أُمَّهَاتِكُمْ فَلَا تُزَكُّوا أَنفُسَكُمْ هُوَ أَعْلَمُ بِمَنِ اتَّقَى
Wat hen betreft, die groote misdaden en hatelijke zonden vermijden en alleen lichtere feilen begaan, waarlijk, hun Heer zal hun ruime genade verleenen. Hij kende u wel, toen hij u uit de aarde voortbracht, en toen gij vruchten in uw moeders schoot waart. Rechtvaardigt u zelven dus niet; hij kent het best den mensch die hem vreest.
53 : 33
أَفَرَأَيْتَ الَّذِي تَوَلَّى
Wat denkt gij van hem, die zich van den weg der waarheid afwendt.
53 : 34
وَأَعْطَى قَلِيلًا وَأَكْدَى
En weinig geeft en begeerlijk zijne hand ophoudt?
53 : 35
أَعِندَهُ عِلْمُ الْغَيْبِ فَهُوَ يَرَى
Is de kennis der toekomst met hem, zoodra hij die ziet?
53 : 36
أَمْ لَمْ يُنَبَّأْ بِمَا فِي صُحُفِ مُوسَى
Is hij niet onderricht van datgene, wat in de boeken van Mozes is bevat.
53 : 37
وَإِبْرَاهِيمَ الَّذِي وَفَّى
En van Abraham, die zijn verbintenissen godvruchtig volbracht?
53 : 38
أَلَّا تَزِرُ وَازِرَةٌ وِزْرَ أُخْرَى
Te weten: dat eene belaste ziel niet den last van eene andere zal dragen.
53 : 39
وَأَن لَّيْسَ لِلْإِنسَانِ إِلَّا مَا سَعَى
En dat den mensch, die rechtvaardig is, niets zal worden opgelegd, behalve zijn eigen arbeid.
53 : 40
وَأَنَّ سَعْيَهُ سَوْفَ يُرَى
Dat zijn arbeid hiernamaals zekerlijk naar waarde zal worden geschat.


Share: