Preloader Image

19 Jamadilawal 1446H

Thu, 21 Nov 2024

Pray Time


30 : 21
وَمِنْ آيَاتِهِ أَنْ خَلَقَ لَكُم مِّنْ أَنفُسِكُمْ أَزْوَاجًا لِّتَسْكُنُوا إِلَيْهَا وَجَعَلَ بَيْنَكُم مَّوَدَّةً وَرَحْمَةً إِنَّ فِي ذَلِكَ لَآيَاتٍ لِّقَوْمٍ يَتَفَكَّرُونَ
En een ander zijner teekenen is, dat hij u vrouwen uit u zelven heeft geschapen, opdat gij met haar zoudt samenwonen, en hij heeft liefde en teederheid tusschen u geplaatst. Waarlijk, hierin zijn teekenen voor hen die begrijpen.
30 : 22
وَمِنْ آيَاتِهِ خَلْقُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ وَاخْتِلَافُ أَلْسِنَتِكُمْ وَأَلْوَانِكُمْ إِنَّ فِي ذَلِكَ لَآيَاتٍ لِّلْعَالِمِينَ
Tot zijne teekenen behooren ook de schepping van de hemelen en de aarde, en de verscheidenheid uwer talen en uwe gelaatskleur. Waarlijk, hierin zijn teekenen voor menschen van verstand.
30 : 23
وَمِنْ آيَاتِهِ مَنَامُكُم بِاللَّيْلِ وَالنَّهَارِ وَابْتِغَاؤُكُم مِّن فَضْلِهِ إِنَّ فِي ذَلِكَ لَآيَاتٍ لِّقَوْمٍ يَسْمَعُونَ
En tot zijne teekenen behooren uw slaap bij nacht en bij dag, en uwe pogingen om u van zijn overvloed te voorzien; waarlijk, hierin zijn teekens voor hen die luisteren.
30 : 24
وَمِنْ آيَاتِهِ يُرِيكُمُ الْبَرْقَ خَوْفًا وَطَمَعًا وَيُنَزِّلُ مِنَ السَّمَاء مَاء فَيُحْيِي بِهِ الْأَرْضَ بَعْدَ مَوْتِهَا إِنَّ فِي ذَلِكَ لَآيَاتٍ لِّقَوْمٍ يَعْقِلُونَ
Onder zijne teekens behoort ook, dat hij u den bliksem toont om schrik te verwekken, en hoop op regen te geven, en dat hij water uit den hemel nederzendt en daardoor de aarde verkwikt, nadat die stervende was. Waarlijk, hierin zijn teekenen voor hen die begrijpen.
30 : 25
وَمِنْ آيَاتِهِ أَن تَقُومَ السَّمَاء وَالْأَرْضُ بِأَمْرِهِ ثُمَّ إِذَا دَعَاكُمْ دَعْوَةً مِّنَ الْأَرْضِ إِذَا أَنتُمْ تَخْرُجُونَ
En onder zijne teekenen is er een; namelijk dat de aarde en de hemel op zijn bevel stil staan. Als hij u hierna uit de ingewanden der aarde zal oproepen, zult gij daaruit voortkomen.
30 : 26
وَلَهُ مَن فِي السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ كُلٌّ لَّهُ قَانِتُونَ
Aan hem zijn allen onderworpen die zich in de hemelen en op aarde bevinden; allen zijn hem gehoorzaam.
30 : 27
وَهُوَ الَّذِي يَبْدَأُ الْخَلْقَ ثُمَّ يُعِيدُهُ وَهُوَ أَهْوَنُ عَلَيْهِ وَلَهُ الْمَثَلُ الْأَعْلَى فِي السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ وَهُوَ الْعَزِيزُ الْحَكِيمُ
Hij is het die oorspronkelijk een schepsel voortbrengt en daarna weder tot hem terugvoert, en dit is hem zeer gemakkelijk. Hij eischt terecht de meest verheven vergelijking in den hemel en op de aarde, en hij is de Machtige, de Wijze.
30 : 28
ضَرَبَ لَكُم مَّثَلًا مِنْ أَنفُسِكُمْ هَل لَّكُم مِّن مَّا مَلَكَتْ أَيْمَانُكُم مِّن شُرَكَاء فِي مَا رَزَقْنَاكُمْ فَأَنتُمْ فِيهِ سَوَاء تَخَافُونَهُمْ كَخِيفَتِكُمْ أَنفُسَكُمْ كَذَلِكَ نُفَصِّلُ الْآيَاتِ لِقَوْمٍ يَعْقِلُونَ
Hij stelt u vergelijkingen voor, aan u zelven ontleend. Hebt gij onder de slaven, welke door uwe rechterhand worden bezeten, een deelgenoot in het vermogen dat wij u hebben geschonken, zoodat gij daarvan gelijke bezitters met hen wordt, of dat gij hen vreest, zoo als gij elkander vreest? Zoo leggen wij onze teekens duidelijk uit, voor hen die begrijpen.
30 : 29
بَلِ اتَّبَعَ الَّذِينَ ظَلَمُوا أَهْوَاءهُم بِغَيْرِ عِلْمٍ فَمَن يَهْدِي مَنْ أَضَلَّ اللَّهُ وَمَا لَهُم مِّن نَّاصِرِينَ
Maar zij die onrechtvaardig handelen, door anderen naast God te plaatsen, volgen hunne eigene lusten zonder kennis; en wie zal degenen richten, welke God doet dwalen? Zij zullen niemand hebben om hem te helpen.
30 : 30
فَأَقِمْ وَجْهَكَ لِلدِّينِ حَنِيفًا فِطْرَةَ اللَّهِ الَّتِي فَطَرَ النَّاسَ عَلَيْهَا لَا تَبْدِيلَ لِخَلْقِ اللَّهِ ذَلِكَ الدِّينُ الْقَيِّمُ وَلَكِنَّ أَكْثَرَ النَّاسِ لَا يَعْلَمُونَ
Weest dus godvruchtig en wendt uw aangezicht naar den waren godsdienst; de instelling van God, die den mensch heeft geschapen om haar te omhelzen. Er is geene verandering in hetgeen God heeft geschapen. Dit is de ware godsdienst; maar het grootste deel der menschen weet het niet.
30 : 31
مُنِيبِينَ إِلَيْهِ وَاتَّقُوهُ وَأَقِيمُوا الصَّلَاةَ وَلَا تَكُونُوا مِنَ الْمُشْرِكِينَ
Weest tot hem gewend en vreest hem; zijt standvastig in het gebed, en dient geene afgoden.
30 : 32
مِنَ الَّذِينَ فَرَّقُوا دِينَهُمْ وَكَانُوا شِيَعًا كُلُّ حِزْبٍ بِمَا لَدَيْهِمْ فَرِحُونَ
Van hen die eene scheuring in hunnen godsdienst hebben gemaakt, en in verschillende secten zijn verdeeld, verblijdt iedere secte zich in hare eigen meening.
30 : 33
وَإِذَا مَسَّ النَّاسَ ضُرٌّ دَعَوْا رَبَّهُم مُّنِيبِينَ إِلَيْهِ ثُمَّ إِذَا أَذَاقَهُم مِّنْهُ رَحْمَةً إِذَا فَرِيقٌ مِّنْهُم بِرَبِّهِمْ يُشْرِكُونَ
Als tegenspoed hen treft, roepen zij hunnen Heer aan, zich tot hem wendende; daarna als hij hun van zijne genade heeft doen proeven, vereenigt een deel van hen andere godheden met hunnen Heer.
30 : 34
لِيَكْفُرُوا بِمَا آتَيْنَاهُمْ فَتَمَتَّعُوا فَسَوْفَ تَعْلَمُونَ
Om zich ondankbaar te betoonen voor de gunsten, welke wij hun hebben geschonken. Verblijdt u dus in de ijdele vermaken dezer wereld; maar hierna zult gij de gevolgen kennen.
30 : 35
أَمْ أَنزَلْنَا عَلَيْهِمْ سُلْطَانًا فَهُوَ يَتَكَلَّمُ بِمَا كَانُوا بِهِ يُشْرِكُونَ
Hebben wij hun eenig gezag nedergezonden, dat van de valsche goden spreekt; welke zij met hem vereenigen?
30 : 36
وَإِذَا أَذَقْنَا النَّاسَ رَحْمَةً فَرِحُوا بِهَا وَإِن تُصِبْهُمْ سَيِّئَةٌ بِمَا قَدَّمَتْ أَيْدِيهِمْ إِذَا هُمْ يَقْنَطُونَ
Als wij de menschen de weldaden der genade doen smaken, verblijden zij zich daarin; doch indien hun kwaad overkomt, om hetgeen hunne handen te voren hebben bedreven, wanhopen zij.
30 : 37
أَوَلَمْ يَرَوْا أَنَّ اللَّهَ يَبْسُطُ الرِّزْقَ لِمَن يَشَاء وَيَقْدِرُ إِنَّ فِي ذَلِكَ لَآيَاتٍ لِّقَوْمٍ يُؤْمِنُونَ
Zien zij niet dat God een overvloedigen voorraad schenkt aan degenen die hem behagen en spaarzaam is naar zijn wil?
30 : 38
فَآتِ ذَا الْقُرْبَى حَقَّهُ وَالْمِسْكِينَ وَابْنَ السَّبِيلِ ذَلِكَ خَيْرٌ لِّلَّذِينَ يُرِيدُونَ وَجْهَ اللَّهِ وَأُوْلَئِكَ هُمُ الْمُفْلِحُونَ
Geef hem, die met u verwant is, datgene wat gij hem in billijkheid verplicht zijt, en ook aan den arme en den vreemdeling; dit is beter voor hen die Gods aangezicht zoeken, en zij zullen voorspoed genieten.
30 : 39
وَمَا آتَيْتُم مِّن رِّبًا لِّيَرْبُوَ فِي أَمْوَالِ النَّاسِ فَلَا يَرْبُو عِندَ اللَّهِ وَمَا آتَيْتُم مِّن زَكَاةٍ تُرِيدُونَ وَجْهَ اللَّهِ فَأُوْلَئِكَ هُمُ الْمُضْعِفُونَ
Wat gij in woeker zult geven, om het uwe met der menschen bezittingen te vergrooten, zal niet vergroot worden, dan door Gods zegen; maar wat gij aan aalmoezen geeft voor Gods zaak, daarvoor zult gij eene tweevoudige belooning ontvangen.
30 : 40
اللَّهُ الَّذِي خَلَقَكُمْ ثُمَّ رَزَقَكُمْ ثُمَّ يُمِيتُكُمْ ثُمَّ يُحْيِيكُمْ هَلْ مِن شُرَكَائِكُم مَّن يَفْعَلُ مِن ذَلِكُم مِّن شَيْءٍ سُبْحَانَهُ وَتَعَالَى عَمَّا يُشْرِكُونَ
God is het die u geschapen en van voedsel voorzien heeft; daarna zal hij u doen sterven, en daarna zal hij u ten leven opwekken. Is er een uwer valsche goden, die in staat is het minste dezer dingen te doen? Geloofd zij hij en verre zij het van hem, wat zij met hem vereenigen.


Share: