Preloader Image

19 Jamadilawal 1446H

Thu, 21 Nov 2024

Pray Time

Chinese | Dutch | French | German | Indonesian | Italian | Japanese | Malay | Sahih International | Tafsir الجلالين | Thai

Holy Quran » ASY SYU'ARAA' : 61 - 80



26 : 61
فَلَمَّا تَرَاءى الْجَمْعَانِ قَالَ أَصْحَابُ مُوسَى إِنَّا لَمُدْرَكُونَ
En toen de beide legers in elkanders gezicht waren gekomen, zeiden de makkers van Mozes: Wij zullen zekerlijk worden overwonnen.
26 : 62
قَالَ كَلَّا إِنَّ مَعِيَ رَبِّي سَيَهْدِينِ
Mozes antwoordde: Volstrekt niet: want mijn Heer is met mij; hij zal mij zekerlijk leiden.
26 : 63
فَأَوْحَيْنَا إِلَى مُوسَى أَنِ اضْرِب بِّعَصَاكَ الْبَحْرَ فَانفَلَقَ فَكَانَ كُلُّ فِرْقٍ كَالطَّوْدِ الْعَظِيمِ
En wij bevalen Mozes door openbaring, zeggende: Sla de zee met uwen staf. En toen hij haar had geslagen werd zij in twaalf afdeelingen verdeeld; ieder deel, dat een pad was, scheen een groote berg.
26 : 64
وَأَزْلَفْنَا ثَمَّ الْآخَرِينَ
En wij lieten de anderen naderen.
26 : 65
وَأَنجَيْنَا مُوسَى وَمَن مَّعَهُ أَجْمَعِينَ
En wij bevrijdden Mozes en allen die met hem waren.
26 : 66
ثُمَّ أَغْرَقْنَا الْآخَرِينَ
Daarna verdronken wij de anderen.
26 : 67
إِنَّ فِي ذَلِكَ لَآيَةً وَمَا كَانَ أَكْثَرُهُم مُّؤْمِنِينَ
Waarlijk daarin was een teeken; maar het grootste aantal hunner geloofden niet.
26 : 68
وَإِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ الْعَزِيزُ الرَّحِيمُ
Waarlijk, uw Heer is de machtige en de barmhartige.
26 : 69
وَاتْلُ عَلَيْهِمْ نَبَأَ إِبْرَاهِيمَ
En herinner hun de geschiedenis van Abraham.
26 : 70
إِذْ قَالَ لِأَبِيهِ وَقَوْمِهِ مَا تَعْبُدُونَ
Toen hij tot zijnen vader en zijn volk zeide: Wat aanbidt gij?
26 : 71
قَالُوا نَعْبُدُ أَصْنَامًا فَنَظَلُّ لَهَا عَاكِفِينَ
Zij antwoordden: Wij aanbidden afgoden, en wij dienen deze alle dagen met standvastigheid.
26 : 72
قَالَ هَلْ يَسْمَعُونَكُمْ إِذْ تَدْعُونَ
Abraham zeide: Hooren zij u als gij hen aanroept?
26 : 73
أَوْ يَنفَعُونَكُمْ أَوْ يَضُرُّونَ
Of bevoordeelen, noch deren zij u?
26 : 74
قَالُوا بَلْ وَجَدْنَا آبَاءنَا كَذَلِكَ يَفْعَلُونَ
Zij antwoordden: Neen; maar wij zagen dat onze vaderen hetzelfde deden.
26 : 75
قَالَ أَفَرَأَيْتُم مَّا كُنتُمْ تَعْبُدُونَ
Hij zeide: Wat denkt gij: De goden die gij aanbidt.
26 : 76
أَنتُمْ وَآبَاؤُكُمُ الْأَقْدَمُونَ
En welke door uwe voorvaderen werden aangebeden.
26 : 77
فَإِنَّهُمْ عَدُوٌّ لِّي إِلَّا رَبَّ الْعَالَمِينَ
Zijn mijne vijanden, behalve slechts de Heer van alle schepselen.
26 : 78
الَّذِي خَلَقَنِي فَهُوَ يَهْدِينِ
Die mij heeft geschapen en mij op den rechten weg leidt.
26 : 79
وَالَّذِي هُوَ يُطْعِمُنِي وَيَسْقِينِ
En die mij geeft te eten en te drinken;
26 : 80
وَإِذَا مَرِضْتُ فَهُوَ يَشْفِينِ
En die mij geneest als ik ziek ben;


Share: