Preloader Image

2 Jamadilakhir 1446H

Wed, 04 Dec 2024

Pray Time


31 : 21
وَإِذَا قِيلَ لَهُمُ اتَّبِعُوا مَا أَنزَلَ اللَّهُ قَالُوا بَلْ نَتَّبِعُ مَا وَجَدْنَا عَلَيْهِ آبَاءنَا أَوَلَوْ كَانَ الشَّيْطَانُ يَدْعُوهُمْ إِلَى عَذَابِ السَّعِيرِ
En als er tot hen wordt gezegd: Volgt wat God heeft geopenbaard, antwoorden zij: Neen! wij zullen volgen wat wij hebben bevonden dat onze vaderen deden. Maar wat! ofschoon de duivel hen tot de marteling der hel noodigt?
31 : 22
وَمَن يُسْلِمْ وَجْهَهُ إِلَى اللَّهِ وَهُوَ مُحْسِنٌ فَقَدِ اسْتَمْسَكَ بِالْعُرْوَةِ الْوُثْقَى وَإِلَى اللَّهِ عَاقِبَةُ الْأُمُورِ
Die zich aan God onderwerpt en rechtvaardigheid uitoefent houdt zich aan een sterk handvatsel vast en Gode behoort de uitkomst van alle dingen.
31 : 23
وَمَن كَفَرَ فَلَا يَحْزُنكَ كُفْرُهُ إِلَيْنَا مَرْجِعُهُمْ فَنُنَبِّئُهُم بِمَا عَمِلُوا إِنَّ اللَّهَ عَلِيمٌ بِذَاتِ الصُّدُورِ
Maar wie een ongeloovige is, laat diens ongeloof u niet bedroeven; tot ons zullen zij terugkeeren; dan zullen wij hun verklaren, wat zij gedaan hebben; want God kent de binnenste gedeelten van de borst der menschen.
31 : 24
نُمَتِّعُهُمْ قَلِيلًا ثُمَّ نَضْطَرُّهُمْ إِلَى عَذَابٍ غَلِيظٍ
Wij zullen hun deze wereld voor een korten tijd doen genieten; daarna zullen wij hen tot een strenge straf voeren.
31 : 25
وَلَئِن سَأَلْتَهُم مَّنْ خَلَقَ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضَ لَيَقُولُنَّ اللَّهُ قُلِ الْحَمْدُ لِلَّهِ بَلْ أَكْثَرُهُمْ لَا يَعْلَمُونَ
Indien gij hun vraagt, wie de hemelen en de aarde heeft geschapen, zullen zij zekerlijk antwoorden: God. Zeg: God zij geloofd! maar het grootste deel hunner begrijpt het niet.
31 : 26
لِلَّهِ مَا فِي السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ إِنَّ اللَّهَ هُوَ الْغَنِيُّ الْحَمِيدُ
Aan God behoort alles wat in den hemelen op aarde is; want God is de Almachtige, de Prijzenswaardige.
31 : 27
وَلَوْ أَنَّمَا فِي الْأَرْضِ مِن شَجَرَةٍ أَقْلَامٌ وَالْبَحْرُ يَمُدُّهُ مِن بَعْدِهِ سَبْعَةُ أَبْحُرٍ مَّا نَفِدَتْ كَلِمَاتُ اللَّهِ إِنَّ اللَّهَ عَزِيزٌ حَكِيمٌ
Indien alle boomen die zich op de aarde bevinden, pennen waren, en hij zou daarna de zee tot zeven zeeën van inkt doen opzwellen, zouden Gods woorden niet uitgeput zijn; want God is almachtig en wijs.
31 : 28
مَّا خَلْقُكُمْ وَلَا بَعْثُكُمْ إِلَّا كَنَفْسٍ وَاحِدَةٍ إِنَّ اللَّهَ سَمِيعٌ بَصِيرٌ
Uwe schepping en uwe opstanding zijn hem slechts als de schepping en de opstanding van ééne ziel. Waarlijk, God hoort en ziet alles.
31 : 29
أَلَمْ تَرَ أَنَّ اللَّهَ يُولِجُ اللَّيْلَ فِي النَّهَارِ وَيُولِجُ النَّهَارَ فِي اللَّيْلِ وَسَخَّرَ الشَّمْسَ وَالْقَمَرَ كُلٌّ يَجْرِي إِلَى أَجَلٍ مُّسَمًّى وَأَنَّ اللَّهَ بِمَا تَعْمَلُونَ خَبِيرٌ
Ziet gij niet, dat God den dag door den nacht doet vervangen, en den dag aan den nacht doet opvolgen, en de zon en de maan dwingt u te dienen? Ieder dezer lichten legt zijne baan gedurende een bepaald tijdvak af, en God is wel bekend met hetgeen gij doet.
31 : 30
ذَلِكَ بِأَنَّ اللَّهَ هُوَ الْحَقُّ وَأَنَّ مَا يَدْعُونَ مِن دُونِهِ الْبَاطِلُ وَأَنَّ اللَّهَ هُوَ الْعَلِيُّ الْكَبِيرُ
Dit laat zich verklaren door de goddelijke kennis en macht, omdat God het ware wezen is, en omdat alles wat gij naast hem aanroept, ijdel is, en omdat God de verhevene, de groote God is.
31 : 31
أَلَمْ تَرَ أَنَّ الْفُلْكَ تَجْرِي فِي الْبَحْرِ بِنِعْمَتِ اللَّهِ لِيُرِيَكُم مِّنْ آيَاتِهِ إِنَّ فِي ذَلِكَ لَآيَاتٍ لِّكُلِّ صَبَّارٍ شَكُورٍ
Ziet gij niet, dat de schepen door de gunst van God de zee bevaren, opdat hij u zijne teekenen zou kunnen toonen. Waarlijk, hierin zijn teekens voor ieder geduldig en dankbaar mensch.
31 : 32
وَإِذَا غَشِيَهُم مَّوْجٌ كَالظُّلَلِ دَعَوُا اللَّهَ مُخْلِصِينَ لَهُ الدِّينَ فَلَمَّا نَجَّاهُمْ إِلَى الْبَرِّ فَمِنْهُم مُّقْتَصِدٌ وَمَا يَجْحَدُ بِآيَاتِنَا إِلَّا كُلُّ خَتَّارٍ كَفُورٍ
Als de golven hen bedekken, zooals schaduw afwerpende wolken, roepen zij God aan, en bekeeren zich tot den zuiveren godsdienst: maar als hij hen ongedeerd aan land brengt, zijn er van hen, die tusschen het ware geloof en de afgoderij twijfelen. Niemand verwerpt echter onze teekenen, behalve de trouweloozen en de ondankbaren.
31 : 33
يَا أَيُّهَا النَّاسُ اتَّقُوا رَبَّكُمْ وَاخْشَوْا يَوْمًا لَّا يَجْزِي وَالِدٌ عَن وَلَدِهِ وَلَا مَوْلُودٌ هُوَ جَازٍ عَن وَالِدِهِ شَيْئًا إِنَّ وَعْدَ اللَّهِ حَقٌّ فَلَا تَغُرَّنَّكُمُ الْحَيَاةُ الدُّنْيَا وَلَا يَغُرَّنَّكُم بِاللَّهِ الْغَرُورُ
O menschen! vreest uwen Heer, en ducht den dag, waarop de vader geene voldoening hoe gering ook, voor zijnen zoon, noch een zoon voldoening voor zijnen vader zal kunnen geven. Zekerlijk, de belofte van God is waar. Laat het tegenwoordige leven u dus niet misleiden, en laat de bedrieger u niet omtrent God verblinden.
31 : 34
إِنَّ اللَّهَ عِندَهُ عِلْمُ السَّاعَةِ وَيُنَزِّلُ الْغَيْثَ وَيَعْلَمُ مَا فِي الْأَرْحَامِ وَمَا تَدْرِي نَفْسٌ مَّاذَا تَكْسِبُ غَدًا وَمَا تَدْرِي نَفْسٌ بِأَيِّ أَرْضٍ تَمُوتُ إِنَّ اللَّهَ عَلِيمٌ خَبِيرٌ
Waarlijk, de kennis van het uur des oordeels is bij God, en hij doet den regen op zijn eigen, bepaalden tijd nederdalen, en hij weet, wat zich in den schoot der vrouwen bevindt. Geene ziel weet, wat zij morgen zal winnen en geene ziel weet in welk land zij zal sterven; maar God is wijs en volkomen bekend met alle dingen.


Share: