Preloader Image

19 Jamadilawal 1446H

Thu, 21 Nov 2024

Pray Time


20 : 21
قَالَ خُذْهَا وَلَا تَخَفْ سَنُعِيدُهَا سِيرَتَهَا الْأُولَى
God zeide: Vat haar aan en vrees niet; wij zullen haar tot haren vorigen toestand terugbrengen.
20 : 22
وَاضْمُمْ يَدَكَ إِلَى جَنَاحِكَ تَخْرُجْ بَيْضَاء مِنْ غَيْرِ سُوءٍ آيَةً أُخْرَى
En leg uwe rechterhand onder uwen linkerarm en zij zal wit worden, zonder eenig nadeel. Dit zal een ander teeken wezen.
20 : 23
لِنُرِيَكَ مِنْ آيَاتِنَا الْكُبْرَى
Opdat wij u eenige onzer grootste teekenen zullen doen zien.
20 : 24
اذْهَبْ إِلَى فِرْعَوْنَ إِنَّهُ طَغَى
Ga tot Pharao; want hij is zeer goddeloos.
20 : 25
قَالَ رَبِّ اشْرَحْ لِي صَدْرِي
Mozes antwoordde: Heer! verwijd mijne borst.
20 : 26
وَيَسِّرْ لِي أَمْرِي
En maak mij gemakkelijk wat gij mij hebt bevolen.
20 : 27
وَاحْلُلْ عُقْدَةً مِّن لِّسَانِي
En ontbindt den knoop van mijne tong.
20 : 28
يَفْقَهُوا قَوْلِي
Opdat zij mijne woorden kunnen verstaan.
20 : 29
وَاجْعَل لِّي وَزِيرًا مِّنْ أَهْلِي
Geef mij een raadgever uit mijn gezin.
20 : 30
هَارُونَ أَخِي
Namelijk Aäron, mijn broeder.
20 : 31
اشْدُدْ بِهِ أَزْرِي
Omgord mijne lendenen met hem.
20 : 32
وَأَشْرِكْهُ فِي أَمْرِي
En maak hem tot mijn makker in de zaak.
20 : 33
كَيْ نُسَبِّحَكَ كَثِيراً
Opdat wij u dankbaar loven
20 : 34
وَنَذْكُرَكَ كَثِيراً
En u dikwijls herdenken mogen.
20 : 35
إِنَّكَ كُنتَ بِنَا بَصِيرًا
Want gij ziet ons.
20 : 36
قَالَ قَدْ أُوتِيتَ سُؤْلَكَ يَا مُوسَى
God antwoordde: Nu is aan uw verzoek voldaan, o Mozes!
20 : 37
وَلَقَدْ مَنَنَّا عَلَيْكَ مَرَّةً أُخْرَى
En wij zijn vroeger genadig omtrent u geweest.
20 : 38
إِذْ أَوْحَيْنَا إِلَى أُمِّكَ مَا يُوحَى
Toen wij uwe moeder openbaarden wat haar geboodschapt werd, zeggende:
20 : 39
أَنِ اقْذِفِيهِ فِي التَّابُوتِ فَاقْذِفِيهِ فِي الْيَمِّ فَلْيُلْقِهِ الْيَمُّ بِالسَّاحِلِ يَأْخُذْهُ عَدُوٌّ لِّي وَعَدُوٌّ لَّهُ وَأَلْقَيْتُ عَلَيْكَ مَحَبَّةً مِّنِّي وَلِتُصْنَعَ عَلَى عَيْنِي
Leg uwen zoon in eene kist en werp hem in zee, en de rivier zal hem op het strand werpen, en mijn vijand en zijn vijand zal hem opnemen en opvoeden. En ik schonk u van mijne liefde, opdat gij onder mijne oogen zoudt opgevoed worden.
20 : 40
إِذْ تَمْشِي أُخْتُكَ فَتَقُولُ هَلْ أَدُلُّكُمْ عَلَى مَن يَكْفُلُهُ فَرَجَعْنَاكَ إِلَى أُمِّكَ كَيْ تَقَرَّ عَيْنُهَا وَلَا تَحْزَنَ وَقَتَلْتَ نَفْسًا فَنَجَّيْنَاكَ مِنَ الْغَمِّ وَفَتَنَّاكَ فُتُونًا فَلَبِثْتَ سِنِينَ فِي أَهْلِ مَدْيَنَ ثُمَّ جِئْتَ عَلَى قَدَرٍ يَا مُوسَى
Toen uwe zuster heen ging en zeide: Zal ik u tot iemand brengen, die het kind wil zogen? Toen brachten wij u tot uwe moeder terug, opdat zij gerustgesteld worden en niet bedroefd zijn zou. Gij dooddet eene ziel en wij redden u van het ongeluk; en wij beproefden u met verschillende proeven. En later woondet gij eenige jaren onder de inwoners van Madian. Daarop kwaamt gij herwaarts, overeenkomstig ons besluit, o Mozes!


Share: