Preloader Image

20 Jamadilawal 1446H

Fri, 22 Nov 2024

Pray Time

Chinese | Dutch | French | German | Indonesian | Italian | Japanese | Malay | Sahih International | Tafsir الجلالين | Thai

Holy Quran » ADZ DZAARIYAAT : 1 - 20



51 : 1
وَالذَّارِيَاتِ ذَرْوًا
Bij de winden, die het stof verspreiden en verstrooien.
51 : 2
فَالْحَامِلَاتِ وِقْرًا
En bij de wolken, die een last van regen dragen;
51 : 3
فَالْجَارِيَاتِ يُسْرًا
Bij de schepen, die de zee snel doorklieven.
51 : 4
فَالْمُقَسِّمَاتِ أَمْرًا
En bij de engelen, die dingen uitdeelen, noodig voor het onderhoud van alle schepselen
51 : 5
إِنَّمَا تُوعَدُونَ لَصَادِقٌ
Inderdaad, datgene waarmede gij bedreigd zijt, is zekerlijk waar,
51 : 6
وَإِنَّ الدِّينَ لَوَاقِعٌ
En het laatste oordeel zal gewis komen.
51 : 7
وَالسَّمَاء ذَاتِ الْحُبُكِ
Bij den hemel met paden voorzien.
51 : 8
إِنَّكُمْ لَفِي قَوْلٍ مُّخْتَلِفٍ
Gij verschilt zeer in hetgeen gij zegt.
51 : 9
يُؤْفَكُ عَنْهُ مَنْ أُفِكَ
Men zal zich afwenden van dengeen, die van het ware geloof is afgekeerd!
51 : 10
قُتِلَ الْخَرَّاصُونَ
Vervloekt mogen de leugenaars zijn.
51 : 11
الَّذِينَ هُمْ فِي غَمْرَةٍ سَاهُونَ
Die in diepe wateren van onwetendheid waden, terwijl zij hun heil verwaarloozen.
51 : 12
يَسْأَلُونَ أَيَّانَ يَوْمُ الدِّينِ
Zij vragen: Wanneer zal de dag des oordeels komen?
51 : 13
يَوْمَ هُمْ عَلَى النَّارِ يُفْتَنُونَ
Op dien dag zullen zij in het hellevuur verbrand worden.
51 : 14
ذُوقُوا فِتْنَتَكُمْ هَذَا الَّذِي كُنتُم بِهِ تَسْتَعْجِلُونَ
En men zal tot hen zeggen: Proeft uwe straf; dit is hetgeen gij verlangd hebt, dat verhaast zou worden.
51 : 15
إِنَّ الْمُتَّقِينَ فِي جَنَّاتٍ وَعُيُونٍ
Maar de vromen zullen tusschen tuinen en fonteinen wonen.
51 : 16
آخِذِينَ مَا آتَاهُمْ رَبُّهُمْ إِنَّهُمْ كَانُوا قَبْلَ ذَلِكَ مُحْسِنِينَ
Datgene ontvangende, wat hun Heer hun zal geven, omdat zij vóór dezen dag rechtvaardigen waren.
51 : 17
كَانُوا قَلِيلًا مِّنَ اللَّيْلِ مَا يَهْجَعُونَ
Zij slapen slechts gedurende een klein gedeelte van den nacht.
51 : 18
وَبِالْأَسْحَارِ هُمْ يَسْتَغْفِرُونَ
En vroeg in den ochtend vragen zij vergiffenis van God.
51 : 19
وَفِي أَمْوَالِهِمْ حَقٌّ لِّلسَّائِلِ وَالْمَحْرُومِ
Een voegzaam deel van hunne welvaart werd hem gegeven, die vroeg, en aan hem, die door schaamte teruggehouden werd te vragen.
51 : 20
وَفِي الْأَرْضِ آيَاتٌ لِّلْمُوقِنِينَ
Er zijn teekenen van goddelijke macht en goedheid op de aarde, voor de menschen van goed begrip.


Share: