Preloader Image

2 Jamadilakhir 1446H

Wed, 04 Dec 2024

Pray Time

Chinese | Dutch | French | German | Indonesian | Italian | Japanese | Malay | Sahih International | Tafsir الجلالين | Thai

Holy Quran » AL ANBIYAA' : 21 - 40



21 : 21
أَمِ اتَّخَذُوا آلِهَةً مِّنَ الْأَرْضِ هُمْ يُنشِرُونَ
Hebben zij goden van de aarde genomen? Zullen zij den doode tot het leven opwekken? Indien er in den hemel of op aarde goden behalve God waren, zouden zij allen vernietigd worden.
21 : 22
لَوْ كَانَ فِيهِمَا آلِهَةٌ إِلَّا اللَّهُ لَفَسَدَتَا فَسُبْحَانَ اللَّهِ رَبِّ الْعَرْشِ عَمَّا يَصِفُونَ
Maar het zij verre van God wat zij nopens hem uitdenken; nopens hem, den Heer van den troon.
21 : 23
لَا يُسْأَلُ عَمَّا يَفْعَلُ وَهُمْ يُسْأَلُونَ
Er zal hem geene rekenschap gevraagd worden nopens hetgeen hij zal doen; maar van hen zal rekenschap gevraagd worden.
21 : 24
أَمِ اتَّخَذُوا مِن دُونِهِ آلِهَةً قُلْ هَاتُوا بُرْهَانَكُمْ هَذَا ذِكْرُ مَن مَّعِيَ وَذِكْرُ مَن قَبْلِي بَلْ أَكْثَرُهُمْ لَا يَعْلَمُونَ الْحَقَّ فَهُم مُّعْرِضُونَ
Hebben zij andere goden naast hem geplaatst? Zeg: lever uw bewijs daarvoor. Dit is de vermaning van hen die tegelijk met mij bestaan en de vermaning van hen die voor mij bestonden maar het grootste deel hunner kent de waarheid niet en wendt zich daarvan af.
21 : 25
وَمَا أَرْسَلْنَا مِن قَبْلِكَ مِن رَّسُولٍ إِلَّا نُوحِي إِلَيْهِ أَنَّهُ لَا إِلَهَ إِلَّا أَنَا فَاعْبُدُونِ
Wij hebben vóór u geen gezant nedergezonden, of wij openbaarden hun, dat er geen God buiten mij is; dient mij dus.
21 : 26
وَقَالُوا اتَّخَذَ الرَّحْمَنُ وَلَدًا سُبْحَانَهُ بَلْ عِبَادٌ مُّكْرَمُونَ
Zij zeggen; de Barmhartige heeft kinderen gebaard, en de engelen zijn zijne dochters. Verre zij dit van hem! Zij zijn slechts zijne eerbiedige dienaren.
21 : 27
لَا يَسْبِقُونَهُ بِالْقَوْلِ وَهُم بِأَمْرِهِ يَعْمَلُونَ
Zij zeggen niets voor hij heeft gesproken, en zij voeren zijn bevel uit.
21 : 28
يَعْلَمُ مَا بَيْنَ أَيْدِيهِمْ وَمَا خَلْفَهُمْ وَلَا يَشْفَعُونَ إِلَّا لِمَنِ ارْتَضَى وَهُم مِّنْ خَشْيَتِهِ مُشْفِقُونَ
Hij weet wat vóór hen en wat achter hen is; zij zullen voor niemand tusschen beiden treden. Behalve voor wien hem zal behagen, en zij beven uit vrees voor hem.
21 : 29
وَمَن يَقُلْ مِنْهُمْ إِنِّي إِلَهٌ مِّن دُونِهِ فَذَلِكَ نَجْزِيهِ جَهَنَّمَ كَذَلِكَ نَجْزِي الظَّالِمِينَ
Die engel die zeggen zal: Ik ben een god naast hem, zullen wij met de hel vergelden; want zoo vergelden wij den onrechtvaardige.
21 : 30
أَوَلَمْ يَرَ الَّذِينَ كَفَرُوا أَنَّ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضَ كَانَتَا رَتْقًا فَفَتَقْنَاهُمَا وَجَعَلْنَا مِنَ الْمَاء كُلَّ شَيْءٍ حَيٍّ أَفَلَا يُؤْمِنُونَ
Weten de ongeloovigen dus niet, dat de hemelen en de aarde vast waren, en dat wij die van een gescheiden hebben, en dat wij door middel van water het leven aan alle dingen geven? Zullen zij dus niet gelooven?
21 : 31
وَجَعَلْنَا فِي الْأَرْضِ رَوَاسِيَ أَن تَمِيدَ بِهِمْ وَجَعَلْنَا فِيهَا فِجَاجًا سُبُلًا لَعَلَّهُمْ يَهْتَدُونَ
En wij plaatsten vaste bergen op de aarde, opdat zij zich niet met hen zou bewegen, en wij maakten breede doorgangen er tusschen, voor paden, opdat zij op hunne reizen zouden geleid worden.
21 : 32
وَجَعَلْنَا السَّمَاء سَقْفًا مَّحْفُوظًا وَهُمْ عَنْ آيَاتِهَا مُعْرِضُونَ
En wij maakten den hemel tot een goed ondersteund dak. Maar zij wenden zich af van de teekens, die zich daarin bevinden, en vergeten dat zij Gods werk zijn.
21 : 33
وَهُوَ الَّذِي خَلَقَ اللَّيْلَ وَالنَّهَارَ وَالشَّمْسَ وَالْقَمَرَ كُلٌّ فِي فَلَكٍ يَسْبَحُونَ
Hij is het, die den nacht en den dag en de zon en de maan heeft geschapen; al de hemellichamen bewegen zich snel, ieder in zijne eigen sfeer.
21 : 34
وَمَا جَعَلْنَا لِبَشَرٍ مِّن قَبْلِكَ الْخُلْدَ أَفَإِن مِّتَّ فَهُمُ الْخَالِدُونَ
Wij hebben het eeuwige leven vóór u aan niemand in dit leven geschonken; zouden zij dus onsterfelijk zijn indien gij sterft?
21 : 35
كُلُّ نَفْسٍ ذَائِقَةُ الْمَوْتِ وَنَبْلُوكُم بِالشَّرِّ وَالْخَيْرِ فِتْنَةً وَإِلَيْنَا تُرْجَعُونَ
Iedere ziel zal den dood proeven, en wij zullen u beproeven met kwaad en met goed, en tot ons zult gij terugkeeren.
21 : 36
وَإِذَا رَآكَ الَّذِينَ كَفَرُوا إِن يَتَّخِذُونَكَ إِلَّا هُزُوًا أَهَذَا الَّذِي يَذْكُرُ آلِهَتَكُمْ وَهُم بِذِكْرِ الرَّحْمَنِ هُمْ كَافِرُونَ
Als de ongeloovigen u zien, ontvangen zij u slechts met spotternij, zeggende: Is dit dezelfde die met verachting van uwe goden spreekt? Maar zij zelven gelooven niet wat hun omtrent den Barmhartige wordt medegedeeld.
21 : 37
خُلِقَ الْإِنسَانُ مِنْ عَجَلٍ سَأُرِيكُمْ آيَاتِي فَلَا تَسْتَعْجِلُونِ
De mensch is van overhaasting geschapen. Ik zal u hierna mijne teekens toonen, zoodat gij niet zult wenschen dat die verhaast worden.
21 : 38
وَيَقُولُونَ مَتَى هَذَا الْوَعْدُ إِن كُنتُمْ صَادِقِينَ
Wanneer zal deze bedreiging vervuld worden, indien gij de waarheid spreekt?
21 : 39
لَوْ يَعْلَمُ الَّذِينَ كَفَرُوا حِينَ لَا يَكُفُّونَ عَن وُجُوهِهِمُ النَّارَ وَلَا عَن ظُهُورِهِمْ وَلَا هُمْ يُنصَرُونَ
Indien zij die gelooven, niet wisten dat de tijd zekerlijk zal komen, waarop zij niet in staat zullen zijn het vuur der hel van hunne aangezichten of hunne ruggen af te keeren, waarbij zij niet geholpen zullen worden, zouden zij dien niet verhaasten.
21 : 40
بَلْ تَأْتِيهِم بَغْتَةً فَتَبْهَتُهُمْ فَلَا يَسْتَطِيعُونَ رَدَّهَا وَلَا هُمْ يُنظَرُونَ
Maar de dag der wraak zal plotseling over hen komen en hen met verbazing treffen: zij zullen niet in staat zijn het te voorkomen, noch om uitstel te verkrijgen.


Share: