Preloader Image

19 Jamadilawal 1446H

Thu, 21 Nov 2024

Pray Time


8 : 41
وَاعْلَمُواْ أَنَّمَا غَنِمْتُم مِّن شَيْءٍ فَأَنَّ لِلّهِ خُمُسَهُ وَلِلرَّسُولِ وَلِذِي الْقُرْبَى وَالْيَتَامَى وَالْمَسَاكِينِ وَابْنِ السَّبِيلِ إِن كُنتُمْ آمَنتُمْ بِاللّهِ وَمَا أَنزَلْنَا عَلَى عَبْدِنَا يَوْمَ الْفُرْقَانِ يَوْمَ الْتَقَى الْجَمْعَانِ وَاللّهُ عَلَى كُلِّ شَيْءٍ قَدِيرٌ
En weet, dat, indien gij eenigen buit bekomt, een vijfde deel daarvan aan God en den gezant behoort en aan zijne bloedverwanten, en aan de weezen, de armen en de reizigers indien gij aan God gelooft, en aan hetgeen wij door onzen dienaar op den dag der onderscheiding hebben nedergezonden; op den dag waarop de twee legers elkander ontmoeten; en God is almachtig.
8 : 42
إِذْ أَنتُم بِالْعُدْوَةِ الدُّنْيَا وَهُم بِالْعُدْوَةِ الْقُصْوَى وَالرَّكْبُ أَسْفَلَ مِنكُمْ وَلَوْ تَوَاعَدتَّمْ لاَخْتَلَفْتُمْ فِي الْمِيعَادِ وَلَـكِن لِّيَقْضِيَ اللّهُ أَمْراً كَانَ مَفْعُولاً لِّيَهْلِكَ مَنْ هَلَكَ عَن بَيِّنَةٍ وَيَحْيَى مَنْ حَيَّ عَن بَيِّنَةٍ وَإِنَّ اللّهَ لَسَمِيعٌ عَلِيمٌ
Toen gij gelegerd waart op de meest nabijgelegen zijde der vallei, en zij gelegerd waren op de verste zijde, en de karavaan zich lager bevond, en indien gij wederzijds bepaald hadt slag te leveren, zoudt gij zekerlijk die bepaling hebben geschonden; maar gij werdt, zonder eenige voorafgaande bepaling, tot den strijd gebracht, opdat God de zaak zou vervullen, welke hij besloten had te doen plaats hebben. Opdat degeen die omkwam, zou omkomen, na een blijkbare aanwijzing, en hij die het moest overleven, door hetzelfde teeken leven mocht. God hoort en weet alles.
8 : 43
إِذْ يُرِيكَهُمُ اللّهُ فِي مَنَامِكَ قَلِيلاً وَلَوْ أَرَاكَهُمْ كَثِيراً لَّفَشِلْتُمْ وَلَتَنَازَعْتُمْ فِي الأَمْرِ وَلَـكِنَّ اللّهَ سَلَّمَ إِنَّهُ عَلِيمٌ بِذَاتِ الصُّدُورِ
Herinner u, toen uw Heer den vijand in uwen slaap en weinig in getal aan u deed verschijnen; en indien hij u dien in grooten getale had doen verschijnen, zoudt gij den moed verloren en daarover getwist hebben, maar God behoedde u daarvoor; want hij kent de binnenste deelen van de borst der menschen.
8 : 44
وَإِذْ يُرِيكُمُوهُمْ إِذِ الْتَقَيْتُمْ فِي أَعْيُنِكُمْ قَلِيلاً وَيُقَلِّلُكُمْ فِي أَعْيُنِهِمْ لِيَقْضِيَ اللّهُ أَمْرًا كَانَ مَفْعُولاً وَإِلَى اللّهِ تُرْجَعُ الأمُورُ
En toen hij hem zich voor u deed vertoonen, deed hij hem weinig talrijk voor uwe oogen schijnen; hij verminderde het getal in uwe oogen, opdat God de zaak zou mogen vervullen, welke hij besloten had te doen; en tot God zullen alle dingen terugkeeren.
8 : 45
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُواْ إِذَا لَقِيتُمْ فِئَةً فَاثْبُتُواْ وَاذْكُرُواْ اللّهَ كَثِيراً لَّعَلَّكُمْ تُفْلَحُونَ
O ware geloovigen! indien gij een deel der ongeloovigen ontmoet, weest onverwrikbaar en gedenkt God dikwijls, opdat gij voorspoedig zoudt mogen zijn.
8 : 46
وَأَطِيعُواْ اللّهَ وَرَسُولَهُ وَلاَ تَنَازَعُواْ فَتَفْشَلُواْ وَتَذْهَبَ رِيحُكُمْ وَاصْبِرُواْ إِنَّ اللّهَ مَعَ الصَّابِرِينَ
En gehoorzaamt God en zijn gezant, en weest niet verdeeld; daardoor zoudt gij ontmoedigd worden, en al uw welslagen hangt van u af; maar volhardt met geduld; want God is met hen die volharden.
8 : 47
وَلاَ تَكُونُواْ كَالَّذِينَ خَرَجُواْ مِن دِيَارِهِم بَطَرًا وَرِئَاء النَّاسِ وَيَصُدُّونَ عَن سَبِيلِ اللّهِ وَاللّهُ بِمَا يَعْمَلُونَ مُحِيطٌ
En weest niet als zij, die onbeschaamd hunne huizen verlieten en met pralen onder de menschen verschenen, en van den weg van God afwenden; want God begrijpt wat zij doen.
8 : 48
وَإِذْ زَيَّنَ لَهُمُ الشَّيْطَانُ أَعْمَالَهُمْ وَقَالَ لاَ غَالِبَ لَكُمُ الْيَوْمَ مِنَ النَّاسِ وَإِنِّي جَارٌ لَّكُمْ فَلَمَّا تَرَاءتِ الْفِئَتَانِ نَكَصَ عَلَى عَقِبَيْهِ وَقَالَ إِنِّي بَرِيءٌ مِّنكُمْ إِنِّي أَرَى مَا لاَ تَرَوْنَ إِنِّيَ أَخَافُ اللّهَ وَاللّهُ شَدِيدُ الْعِقَابِ
En gedenkt, toen satan hunne daden voor hen vooraf beschikte en zeide: Niemand zal u heden overwinnen; en ik zal zeker nabij zijn, om u te helpen. Maar toen de beide legers elkander in het gezicht kwamen, wendde hij hun den rug toe, zeggende: Waarlijk, ik bemoei er mij niet mede, ik zie wat gij niet ziet, ik vrees God, want God is gestreng in het straffen.
8 : 49
إِذْ يَقُولُ الْمُنَافِقُونَ وَالَّذِينَ فِي قُلُوبِهِم مَّرَضٌ غَرَّ هَـؤُلاء دِينُهُمْ وَمَن يَتَوَكَّلْ عَلَى اللّهِ فَإِنَّ اللّهَ عَزِيزٌ حَكِيمٌ
Toen de huichelaars, en zij in wier harten een gebrek zetelde, zeiden: Hun geloof verblindt hen. Maar hij die zijn vertrouwen in God stelt, weet dat hij machtig en wijs is.
8 : 50
وَلَوْ تَرَى إِذْ يَتَوَفَّى الَّذِينَ كَفَرُواْ الْمَلآئِكَةُ يَضْرِبُونَ وُجُوهَهُمْ وَأَدْبَارَهُمْ وَذُوقُواْ عَذَابَ الْحَرِيقِ
En zoo gij hadt gezien toen de engelen de ongeloovigen doodden; toen sloegen zij hunne aangezichten en hunne ruggen en zeiden tot hen: Gevoelt gij de pijn der verbranding?
8 : 51
ذَلِكَ بِمَا قَدَّمَتْ أَيْدِيكُمْ وَأَنَّ اللّهَ لَيْسَ بِظَلاَّمٍ لِّلْعَبِيدِ
Dit zult gij ondergaan, om hetgeen uwe handen voor u hebben verricht, en omdat God niet onrechtvaardig omtrent zijne dienaren is.
8 : 52
كَدَأْبِ آلِ فِرْعَوْنَ وَالَّذِينَ مِن قَبْلِهِمْ كَفَرُواْ بِآيَاتِ اللّهِ فَأَخَذَهُمُ اللّهُ بِذُنُوبِهِمْ إِنَّ اللّهَ قَوِيٌّ شَدِيدُ الْعِقَابِ
Hun lot gelijkt dat van het volk van Pharao en der ongeloovigen, die hen zijn voorafgegaan. God verdelgt hen om hunne zonden. God is sterk en gestreng in zijne straffen.
8 : 53
ذَلِكَ بِأَنَّ اللّهَ لَمْ يَكُ مُغَيِّرًا نِّعْمَةً أَنْعَمَهَا عَلَى قَوْمٍ حَتَّى يُغَيِّرُواْ مَا بِأَنفُسِهِمْ وَأَنَّ اللّهَ سَمِيعٌ عَلِيمٌ
Dit is geschied, omdat God de weldaden niet verandert, waarmede hij de menschen overlaadt, zoolang zij niet veranderen wat in hunne zielen is, en hetwelk God alles hoort en ziet.
8 : 54
كَدَأْبِ آلِ فِرْعَوْنَ وَالَّذِينَ مِن قَبْلِهِمْ كَذَّبُواْ بآيَاتِ رَبِّهِمْ فَأَهْلَكْنَاهُم بِذُنُوبِهِمْ وَأَغْرَقْنَا آلَ فِرْعَونَ وَكُلٌّ كَانُواْ ظَالِمِينَ
Zij hebben gehandeld evenals het volk van Pharao en evenals zij die het vooraf gingen; die de teekens van hunnen Heer loochenden. Daarom verdelgden wij hen in hunne zonden en wij overstroomden het volk van Pharao; want zij waren allen zondaren.
8 : 55
إِنَّ شَرَّ الدَّوَابِّ عِندَ اللّهِ الَّذِينَ كَفَرُواْ فَهُمْ لاَ يُؤْمِنُونَ
Waarlijk de slechtste dieren in Gods oog zijn zij, die hardnekkige ongeloovigen zijn, en niet willen gelooven.
8 : 56
الَّذِينَ عَاهَدتَّ مِنْهُمْ ثُمَّ يَنقُضُونَ عَهْدَهُمْ فِي كُلِّ مَرَّةٍ وَهُمْ لاَ يَتَّقُونَ
Evenals zij, die een verbond met u aangaan en later hun verbond bij iedere geschikte gelegenheid schenden en God niet vreezen.
8 : 57
فَإِمَّا تَثْقَفَنَّهُمْ فِي الْحَرْبِ فَشَرِّدْ بِهِم مَّنْ خَلْفَهُمْ لَعَلَّهُمْ يَذَّكَّرُونَ
Indien gij hen in den strijd gevangen neemt, verstrooi hen en stel een voorbeeld voor hen die na hen zullen komen, opdat zij gewaarschuwd mogen zijn.
8 : 58
وَإِمَّا تَخَافَنَّ مِن قَوْمٍ خِيَانَةً فَانبِذْ إِلَيْهِمْ عَلَى سَوَاء إِنَّ اللّهَ لاَ يُحِبُّ الخَائِنِينَ
Of indien gij eenig verraad van een volk vreest, verwerp zijn verbond en behandel het dan op gelijke wijze; want God bemint de verraders niet.
8 : 59
وَلاَ يَحْسَبَنَّ الَّذِينَ كَفَرُواْ سَبَقُواْ إِنَّهُمْ لاَ يُعْجِزُونَ
En denkt niet dat de ongeloovigen Gods wraak ontgaan; want zij zullen Gods macht niet verminderen.
8 : 60
وَأَعِدُّواْ لَهُم مَّا اسْتَطَعْتُم مِّن قُوَّةٍ وَمِن رِّبَاطِ الْخَيْلِ تُرْهِبُونَ بِهِ عَدْوَّ اللّهِ وَعَدُوَّكُمْ وَآخَرِينَ مِن دُونِهِمْ لاَ تَعْلَمُونَهُمُ اللّهُ يَعْلَمُهُمْ وَمَا تُنفِقُواْ مِن شَيْءٍ فِي سَبِيلِ اللّهِ يُوَفَّ إِلَيْكُمْ وَأَنتُمْ لاَ تُظْلَمُونَ
Verzamel dus alle krachten die gij tegen hen hebt, en troepen paarden, waarmede gij den vijand Gods moogt verschrikken, en ook uw vijand en alle ongeloovigen buiten hen, welke gij niet kent, maar die God kent. En wat gij voor de verdediging van Gods geloof besteedt, zal u worden terug betaald en gij zult niet onrechtvaardig worden behandeld.


Share: