Preloader Image

19 Jamadilawal 1446H

Thu, 21 Nov 2024

Pray Time


89 : 1
وَالْفَجْرِ
Ik zweer bij het aanbreken van den dag
89 : 2
وَلَيَالٍ عَشْرٍ
En de tien nachten;
89 : 3
وَالشَّفْعِ وَالْوَتْرِ
Bij datgene wat dubbel, en dat wat enkel is,
89 : 4
وَاللَّيْلِ إِذَا يَسْرِ
Bij den nacht als die aanbreekt.
89 : 5
هَلْ فِي ذَلِكَ قَسَمٌ لِّذِي حِجْرٍ
Is dit niet een begrijpelijk samengestelde eed?
89 : 6
أَلَمْ تَرَ كَيْفَ فَعَلَ رَبُّكَ بِعَادٍ
Hebt gij niet overwogen, hoe uw Heer met Ad heeft gehandeld.
89 : 7
إِرَمَ ذَاتِ الْعِمَادِ
Het volk van Irem, versierd met schoone gebouwen,
89 : 8
الَّتِي لَمْ يُخْلَقْ مِثْلُهَا فِي الْبِلَادِ
Waarvan de wedergade nog niet in het land werd opgericht?
89 : 9
وَثَمُودَ الَّذِينَ جَابُوا الصَّخْرَ بِالْوَادِ
En met Thamoed, die in de rotsen der vallei huizen uithieuw.
89 : 10
وَفِرْعَوْنَ ذِي الْأَوْتَادِ
En met Pharao, den uitvinder van de straf der staken.
89 : 11
الَّذِينَ طَغَوْا فِي الْبِلَادِ
Die zich onbeschaamd hadden gedragen.
89 : 12
فَأَكْثَرُوا فِيهَا الْفَسَادَ
En het verderf op de aarde vermeerderden?
89 : 13
فَصَبَّ عَلَيْهِمْ رَبُّكَ سَوْطَ عَذَابٍ
Daarom stortte de Heer verschillende soorten van kastijdingen over hen uit;
89 : 14
إِنَّ رَبَّكَ لَبِالْمِرْصَادِ
Want, waarlijk, uw Heer is op een wachttoren, als hij de daden der menschen beschouwt.
89 : 15
فَأَمَّا الْإِنسَانُ إِذَا مَا ابْتَلَاهُ رَبُّهُ فَأَكْرَمَهُ وَنَعَّمَهُ فَيَقُولُ رَبِّي أَكْرَمَنِ
Daarom als zijn Heer hem (door voorspoed) beproeft, en hem eert en goed voor hem is. Zegt de mensch: Mijn Heer eert mij.
89 : 16
وَأَمَّا إِذَا مَا ابْتَلَاهُ فَقَدَرَ عَلَيْهِ رِزْقَهُ فَيَقُولُ رَبِّي أَهَانَنِ
Maar als hij hem met rampen bezoekt, en hem zijne weldaden terughoudt, Zegt hij: Mijn Heer versmaadt mij.
89 : 17
كَلَّا بَل لَّا تُكْرِمُونَ الْيَتِيمَ
Volstrekt niet, maar gij eert den wees niet.
89 : 18
وَلَا تَحَاضُّونَ عَلَى طَعَامِ الْمِسْكِينِ
Noch noodigt gij elkander uit, den arme te voeden.
89 : 19
وَتَأْكُلُونَ التُّرَاثَ أَكْلًا لَّمًّا
Gij verzwelgt de erfenis der zwakken met eene blinde begeerigheid.
89 : 20
وَتُحِبُّونَ الْمَالَ حُبًّا جَمًّا
En gij bemint de rijkdommen op onbegrensde wijze. (Gij zult volstrekt niet zoo handelen).


Share: