Preloader Image

19 Jamadilawal 1446H

Thu, 21 Nov 2024

Pray Time


17 : 21
انظُرْ كَيْفَ فَضَّلْنَا بَعْضَهُمْ عَلَى بَعْضٍ وَلَلآخِرَةُ أَكْبَرُ دَرَجَاتٍ وَأَكْبَرُ تَفْضِيلاً
Gedenk hoe wij sommigen hunner in welvaart en waardigheid hebben doen uitmunten; maar het volgende leven zal belangrijker zijn in graden van eer en van grootere uitnemendheid.
17 : 22
لاَّ تَجْعَل مَعَ اللّهِ إِلَـهًا آخَرَ فَتَقْعُدَ مَذْمُومًا مَّخْذُولاً
Plaats geen anderen God naast den waren God; want gij zoudt met schande en vernedering worden bedekt.
17 : 23
وَقَضَى رَبُّكَ أَلاَّ تَعْبُدُواْ إِلاَّ إِيَّاهُ وَبِالْوَالِدَيْنِ إِحْسَانًا إِمَّا يَبْلُغَنَّ عِندَكَ الْكِبَرَ أَحَدُهُمَا أَوْ كِلاَهُمَا فَلاَ تَقُل لَّهُمَا أُفٍّ وَلاَ تَنْهَرْهُمَا وَقُل لَّهُمَا قَوْلاً كَرِيمًا
Uw Heer heeft u bevolen, niemand buiten hem te aanbidden, en dat gij uwen ouders gehoorzaamheid zoudt betoonen; hetzij een hunner of wel beiden den ouderdom met u bereiken. Zeg dus niet tot hen: Foei! noch doe hen verwijtingen, maar spreek met eerbied tot hen.
17 : 24
وَاخْفِضْ لَهُمَا جَنَاحَ الذُّلِّ مِنَ الرَّحْمَةِ وَقُل رَّبِّ ارْحَمْهُمَا كَمَا رَبَّيَانِي صَغِيرًا
Wees nederig omtrent hen en vol teederheid, en zeg: O Heer! heb genade voor hen beiden; want zij hebben mij opgevoed toen ik nog klein was.
17 : 25
رَّبُّكُمْ أَعْلَمُ بِمَا فِي نُفُوسِكُمْ إِن تَكُونُواْ صَالِحِينَ فَإِنَّهُ كَانَ لِلأَوَّابِينَ غَفُورًا
God kent wat in uwe ziel is; hij weet of gij rechtvaardig zijt. Hij zal genadig zijn omtrent hen, die met oprechtheid tot hem terugkeeren.
17 : 26
وَآتِ ذَا الْقُرْبَى حَقَّهُ وَالْمِسْكِينَ وَابْنَ السَّبِيلِ وَلاَ تُبَذِّرْ تَبْذِيرًا
Geef uwen naaste terug, wat gij hem schuldig zijt , en ook aan den arme en den reiziger, en verteer uw vermogen niet roekeloos.
17 : 27
إِنَّ الْمُبَذِّرِينَ كَانُواْ إِخْوَانَ الشَّيَاطِينِ وَكَانَ الشَّيْطَانُ لِرَبِّهِ كَفُورًا
Want de roekeloozen zijn broederen des duivels , en de duivel was ondankbaar omtrent zijn Heer.
17 : 28
وَإِمَّا تُعْرِضَنَّ عَنْهُمُ ابْتِغَاء رَحْمَةٍ مِّن رَّبِّكَ تَرْجُوهَا فَقُل لَّهُمْ قَوْلاً مَّيْسُورًا
Maar indien gij u verwijdert van hen, die in nood verkeeren, zonder hen te helpen, in afwachting der genade welke gij van uwen Heer hoopt, spreek dan ten minste met zachtheid tot hen.
17 : 29
وَلاَ تَجْعَلْ يَدَكَ مَغْلُولَةً إِلَى عُنُقِكَ وَلاَ تَبْسُطْهَا كُلَّ الْبَسْطِ فَتَقْعُدَ مَلُومًا مَّحْسُورًا
Laat uwe hand niet aan uwen nek gebonden zijn, en open die ook niet op toomlooze wijze , opdat gij geene blaam verdienet en niet tot armoede gebracht wordet.
17 : 30
إِنَّ رَبَّكَ يَبْسُطُ الرِّزْقَ لِمَن يَشَاء وَيَقْدِرُ إِنَّهُ كَانَ بِعِبَادِهِ خَبِيرًا بَصِيرًا
Waarlijk, dan eens reikt God zijne gaven met volle handen uit aan degenen, die hem behagen, en dan weder is hij karig voor wie hem behaagt; want hij kent en ziet zijne dienaren.
17 : 31
وَلاَ تَقْتُلُواْ أَوْلادَكُمْ خَشْيَةَ إِمْلاقٍ نَّحْنُ نَرْزُقُهُمْ وَإِيَّاكُم إنَّ قَتْلَهُمْ كَانَ خِطْءًا كَبِيرًا
Doodt uwe kinderen niet uit vrees voor armoede; wij zullen voor hen en u zorgen: waarlijk, het is eene groote zonde hen te dooden.
17 : 32
وَلاَ تَقْرَبُواْ الزِّنَى إِنَّهُ كَانَ فَاحِشَةً وَسَاء سَبِيلاً
Vrees het overspel; want het is zonde en eene slechte weg.
17 : 33
وَلاَ تَقْتُلُواْ النَّفْسَ الَّتِي حَرَّمَ اللّهُ إِلاَّ بِالحَقِّ وَمَن قُتِلَ مَظْلُومًا فَقَدْ جَعَلْنَا لِوَلِيِّهِ سُلْطَانًا فَلاَ يُسْرِف فِّي الْقَتْلِ إِنَّهُ كَانَ مَنْصُورًا
Dood nimmer de ziel, welke God u heeft verboden te dooden, tenzij het voor eene rechtvaardige zaak mocht zijn; en wij hebben den naastbestaande van hem, die onrechtvaardig gedood wordt, de macht gegeven, voldoening te vragen; maar laat hem de grenzen der gematigdheid niet te buiten gaan, door den moordenaar op eene te gruwelijke wijze te dooden, of door het bloed van zijn vriend op een ander te wreken dan op den persoon, die den moord heeft begaan, naardien hij door deze wet wordt ondersteund.
17 : 34
وَلاَ تَقْرَبُواْ مَالَ الْيَتِيمِ إِلاَّ بِالَّتِي هِيَ أَحْسَنُ حَتَّى يَبْلُغَ أَشُدَّهُ وَأَوْفُواْ بِالْعَهْدِ إِنَّ الْعَهْدَ كَانَ مَسْؤُولاً
En bemoei u niet met het vermogen van den wees, behalve om het te vermeerderen, tot hij zijn ouderdom van sterkte heeft bereikt, en kom uw verbond na; want de vervulling van uw verbond zal u hier namaals worden toegerekend.
17 : 35
وَأَوْفُوا الْكَيْلَ إِذا كِلْتُمْ وَزِنُواْ بِالقِسْطَاسِ الْمُسْتَقِيمِ ذَلِكَ خَيْرٌ وَأَحْسَنُ تَأْوِيلاً
En geef volle maat, als gij iets meet, en weeg met eene goede weegschaal. Dit zal beter zijn en gemakkelijker ter bepaling van hetgeen ieder toekomt.
17 : 36
وَلاَ تَقْفُ مَا لَيْسَ لَكَ بِهِ عِلْمٌ إِنَّ السَّمْعَ وَالْبَصَرَ وَالْفُؤَادَ كُلُّ أُولـئِكَ كَانَ عَنْهُ مَسْؤُولاً
En volg niet datgene, waarvan gij geene kennis hebt ; want het gezicht, het gehoor en het hart, alles zal op den jongsten dag worden onderzocht.
17 : 37
وَلاَ تَمْشِ فِي الأَرْضِ مَرَحًا إِنَّكَ لَن تَخْرِقَ الأَرْضَ وَلَن تَبْلُغَ الْجِبَالَ طُولاً
Wandel niet trotsch op aarde; want gij kunt die niet splijten, noch de bergen in grootte gelijk worden.
17 : 38
كُلُّ ذَلِكَ كَانَ سَيٍّئُهُ عِنْدَ رَبِّكَ مَكْرُوهًا
Dat alles is kwaad, en verfoeielijk voor het gezicht van uwen Heer.
17 : 39
ذَلِكَ مِمَّا أَوْحَى إِلَيْكَ رَبُّكَ مِنَ الْحِكْمَةِ وَلاَ تَجْعَلْ مَعَ اللّهِ إِلَهًا آخَرَ فَتُلْقَى فِي جَهَنَّمَ مَلُومًا مَّدْحُورًا
Deze voorschriften maken een deel uit van de wijsheid, die u door uwen Heer is geopenbaard. Richt geen anderen God naast uwen God op, opdat gij niet in de hel geworpen, bestraft en vernederd wordet.
17 : 40
أَفَأَصْفَاكُمْ رَبُّكُم بِالْبَنِينَ وَاتَّخَذَ مِنَ الْمَلآئِكَةِ إِنَاثًا إِنَّكُمْ لَتَقُولُونَ قَوْلاً عَظِيمًا
Heeft uw Heer u bij voorkeur zonen geschonken, en voor zich zelven dochters onder de engelen gekozen? Door dit uit te spreken zegt gij eene godslastering.


Share: