Preloader Image

26 Jamadilakhir 1446H

Sat, 28 Dec 2024

Pray Time


67 : 1
تَبَارَكَ الَّذِي بِيَدِهِ الْمُلْكُ وَهُوَ عَلَى كُلِّ شَيْءٍ قَدِيرٌ
Gezegend zij hij in wiens hand het Koninkrijk is! want hij is almachtig;
67 : 2
الَّذِي خَلَقَ الْمَوْتَ وَالْحَيَاةَ لِيَبْلُوَكُمْ أَيُّكُمْ أَحْسَنُ عَمَلًا وَهُوَ الْعَزِيزُ الْغَفُورُ
Die den dood en het leven heeft geschapen, opdat hij u zou mogen bewijzen, wie uwer het rechtvaardigste in zijn daden is; en hij is machtig en vergevensgezind.
67 : 3
الَّذِي خَلَقَ سَبْعَ سَمَاوَاتٍ طِبَاقًا مَّا تَرَى فِي خَلْقِ الرَّحْمَنِ مِن تَفَاوُتٍ فَارْجِعِ الْبَصَرَ هَلْ تَرَى مِن فُطُورٍ
Hij, die zeven hemelen boven elkander heeft geschapen. Gij kunt in geen schepsel van den Barmhartigste eenige onvolmaaktheid of eenig gebrek vinden. Heft uwe oogen ten hemel op, en ziet of gij er eene enkele scheur ontdekt?
67 : 4
ثُمَّ ارْجِعِ الْبَصَرَ كَرَّتَيْنِ يَنقَلِبْ إِلَيْكَ الْبَصَرُ خَاسِأً وَهُوَ حَسِيرٌ
Heft ze nog tweemalen op, en uwe blikken zullen zwaar en vermoeid tot u terugkeeren.
67 : 5
وَلَقَدْ زَيَّنَّا السَّمَاء الدُّنْيَا بِمَصَابِيحَ وَجَعَلْنَاهَا رُجُومًا لِّلشَّيَاطِينِ وَأَعْتَدْنَا لَهُمْ عَذَابَ السَّعِيرِ
Wij hebben den ondersten hemel met lampen versierd, en wij hebben die bestemd om de duivels terug te houden, voor welke wij de marteling van het brandende vuur hebben gereed gemaakt.
67 : 6
وَلِلَّذِينَ كَفَرُوا بِرَبِّهِمْ عَذَابُ جَهَنَّمَ وَبِئْسَ الْمَصِيرُ
En voor hen, die niet in hunnen Heer gelooven, is mede de marteling der hel bereid; daar zal het een ellendig verblijf wezen.
67 : 7
إِذَا أُلْقُوا فِيهَا سَمِعُوا لَهَا شَهِيقًا وَهِيَ تَفُورُ
Als zij daarin zullen geworpen worden, zullen zij het hooren balken als een ezel, en het zal vreeselijk branden. (En indien zij vernietigd konden worden, zou zijne woede hen vernietigen).
67 : 8
تَكَادُ تَمَيَّزُ مِنَ الْغَيْظِ كُلَّمَا أُلْقِيَ فِيهَا فَوْجٌ سَأَلَهُمْ خَزَنَتُهَا أَلَمْ يَأْتِكُمْ نَذِيرٌ
Zoo dikwijls eene schaar van hen daarin geworpen zal worden, zullen de wachters der hel hun vragen: Kwam er geen gezant?
67 : 9
قَالُوا بَلَى قَدْ جَاءنَا نَذِيرٌ فَكَذَّبْنَا وَقُلْنَا مَا نَزَّلَ اللَّهُ مِن شَيْءٍ إِنْ أَنتُمْ إِلَّا فِي ضَلَالٍ كَبِيرٍ
Zij zullen antwoorden: Ja, er kwam een gezant tot ons; maar wij beschuldigden hem van bedrog en zeiden: God heeft niets geopenbaard. Gij verkeert slechts in eene groote dwaling.
67 : 10
وَقَالُوا لَوْ كُنَّا نَسْمَعُ أَوْ نَعْقِلُ مَا كُنَّا فِي أَصْحَابِ السَّعِيرِ
En zij zullen zeggen: Indien wij geluisterd of recht hadden verdacht, zouden wij niet tot de makkers van het brandende vuur hebben behoord.
67 : 11
فَاعْتَرَفُوا بِذَنبِهِمْ فَسُحْقًا لِّأَصْحَابِ السَّعِيرِ
En zij zullen hunne zonden belijden; maar verre zij het, dat de bewoners van het brandende vuur genade zullen verwerven!
67 : 12
إِنَّ الَّذِينَ يَخْشَوْنَ رَبَّهُم بِالْغَيْبِ لَهُم مَّغْفِرَةٌ وَأَجْرٌ كَبِيرٌ
Waarlijk, zij die hunnen Heer in het geheim vreezen, zullen vergiffenis en eene groote belooning verlangen.
67 : 13
وَأَسِرُّوا قَوْلَكُمْ أَوِ اجْهَرُوا بِهِ إِنَّهُ عَلِيمٌ بِذَاتِ الصُّدُورِ
Hetzij gij uw gesprek verbergt, of het openbaar maakt, hij kent de binnenste deelen uwer borsten.
67 : 14
أَلَا يَعْلَمُ مَنْ خَلَقَ وَهُوَ اللَّطِيفُ الْخَبِيرُ
Zou hij niet alles kennen, die alles geschapen heeft; hij de Wijze, de Alwetende?
67 : 15
هُوَ الَّذِي جَعَلَ لَكُمُ الْأَرْضَ ذَلُولًا فَامْشُوا فِي مَنَاكِبِهَا وَكُلُوا مِن رِّزْقِهِ وَإِلَيْهِ النُّشُورُ
Hij is het, die de aarde voor u geëffend heeft; wandelt dus door hare dreven, en eet van haar voorraad. Gij zult opgewekt worden om tot hem terug te keeren.
67 : 16
أَأَمِنتُم مَّن فِي السَّمَاء أَن يَخْسِفَ بِكُمُ الأَرْضَ فَإِذَا هِيَ تَمُورُ
Zijt gij zeker, dat hij die in den hemel woont, u niet door de aarde zal doen verzwelgen? Ziet zij beeft reeds.
67 : 17
أَمْ أَمِنتُم مَّن فِي السَّمَاء أَن يُرْسِلَ عَلَيْكُمْ حَاصِبًا فَسَتَعْلَمُونَ كَيْفَ نَذِيرِ
Of zijt gij zeker, dat hij die in den hemel woont, geen hevigen dwarrelwind tegen u zal zenden, die het zand voortdrijft om u te bedekken? Dan eerst zult gij weten, hoe belangrijk mijne waarschuwing was.
67 : 18
وَلَقَدْ كَذَّبَ الَّذِينَ مِن قَبْلِهِمْ فَكَيْفَ كَانَ نَكِيرِ
Ook zij die vóór u waren, geloofden niet. Hoe vreeselijk was mijn toorn!
67 : 19
أَوَلَمْ يَرَوْا إِلَى الطَّيْرِ فَوْقَهُمْ صَافَّاتٍ وَيَقْبِضْنَ مَا يُمْسِكُهُنَّ إِلَّا الرَّحْمَنُ إِنَّهُ بِكُلِّ شَيْءٍ بَصِيرٌ
Zien zij de vogels boven hunne hoofden niet, die hunne vleugels uitspreiden en ineenvouwen? Niemand ondersteunt hen, behalve de Barmhartige; want hij beschouwt alle dingen.
67 : 20
أَمَّنْ هَذَا الَّذِي هُوَ جُندٌ لَّكُمْ يَنصُرُكُم مِّن دُونِ الرَّحْمَنِ إِنِ الْكَافِرُونَ إِلَّا فِي غُرُورٍ
Waar is degeen die u tot een krijgsheer zal verstrekken om u tegen den Barmhartige te verdedigen? waarlijk, de ongeloovigen zijn verblind.


Share: