Preloader Image

25 Jamadilakhir 1446H

Fri, 27 Dec 2024

Pray Time


4 : 21
وَكَيْفَ تَأْخُذُونَهُ وَقَدْ أَفْضَى بَعْضُكُمْ إِلَى بَعْضٍ وَأَخَذْنَ مِنكُم مِّيثَاقًا غَلِيظًا
En hoe zoudt gij het haar ook willen afnemen, dewijl gij innig met elkander verbonden zijt geweest en uwe vrouw uwe plechtige gelofte heeft ontvangen.
4 : 22
وَلاَ تَنكِحُواْ مَا نَكَحَ آبَاؤُكُم مِّنَ النِّسَاء إِلاَّ مَا قَدْ سَلَفَ إِنَّهُ كَانَ فَاحِشَةً وَمَقْتًا وَسَاء سَبِيلاً
Huw de vrouwen niet, die de echtgenooten van uwe vaders waren, hetgeen reeds geschied is; want het is schandelijk en afschuwelijk, en eene slechte daad.
4 : 23
حُرِّمَتْ عَلَيْكُمْ أُمَّهَاتُكُمْ وَبَنَاتُكُمْ وَأَخَوَاتُكُمْ وَعَمَّاتُكُمْ وَخَالاَتُكُمْ وَبَنَاتُ الأَخِ وَبَنَاتُ الأُخْتِ وَأُمَّهَاتُكُمُ اللاَّتِي أَرْضَعْنَكُمْ وَأَخَوَاتُكُم مِّنَ الرَّضَاعَةِ وَأُمَّهَاتُ نِسَآئِكُمْ وَرَبَائِبُكُمُ اللاَّتِي فِي حُجُورِكُم مِّن نِّسَآئِكُمُ اللاَّتِي دَخَلْتُم بِهِنَّ فَإِن لَّمْ تَكُونُواْ دَخَلْتُم بِهِنَّ فَلاَ جُنَاحَ عَلَيْكُمْ وَحَلاَئِلُ أَبْنَائِكُمُ الَّذِينَ مِنْ أَصْلاَبِكُمْ وَأَن تَجْمَعُواْ بَيْنَ الأُخْتَيْنِ إَلاَّ مَا قَدْ سَلَفَ إِنَّ اللّهَ كَانَ غَفُورًا رَّحِيمًا
Het is u verboden te huwen met uwe moeders, uwe dochters en uwe zusters, en uwe tantes, zoowel van vaders als van moeders zijde; de dochters van uwe broeders en zusters, uwe voedsters, uwe zoogzusters, de moeder uwer vrouwen en uwe stiefdochters, welke gij onder uwe bescherming hebt genomen, en uit vrouwen geboren zijn, met welke gij reeds omgang hebt gehad. Hebt gij echter geen omgang met haar gehad, dan is er geene zonde in met haar te huwen. Huw ook niet met de vrouwen uwer zonen, die uit u zijn ontsproten, noch twee zusters, behalve wat reeds is geschied; want God is genadig en barmhartig.
4 : 24
وَالْمُحْصَنَاتُ مِنَ النِّسَاء إِلاَّ مَا مَلَكَتْ أَيْمَانُكُمْ كِتَابَ اللّهِ عَلَيْكُمْ وَأُحِلَّ لَكُم مَّا وَرَاء ذَلِكُمْ أَن تَبْتَغُواْ بِأَمْوَالِكُم مُّحْصِنِينَ غَيْرَ مُسَافِحِينَ فَمَا اسْتَمْتَعْتُم بِهِ مِنْهُنَّ فَآتُوهُنَّ أُجُورَهُنَّ فَرِيضَةً وَلاَ جُنَاحَ عَلَيْكُمْ فِيمَا تَرَاضَيْتُم بِهِ مِن بَعْدِ الْفَرِيضَةِ إِنَّ اللّهَ كَانَ عَلِيمًا حَكِيمًا
Het is verboden, getrouwde vrouwen te huwen, behalve diegene, welke als slavinnen in uwe handen zijn gevallen. Zoo gebiedt God het u. Al het overige wat hier niet wordt verboden, is geoorloofd. Gij kunt uw vrouwen nemen naar uw vermogen, maar altijd sober levende en u niet aan ongebondenheid overgevende. En voor het genoegen dat gij met haar smaakt, zult gij haar eene belooning geven, overeenkomstig hetgeen is voorgeschreven. Het zal geene misdaad van u zijn, indien gij daarenboven eene andere overeenkomst met elkander aangaat, na het volvoeren van hetgeen is voorgeschreven; want God is alwetend en wijs.
4 : 25
وَمَن لَّمْ يَسْتَطِعْ مِنكُمْ طَوْلاً أَن يَنكِحَ الْمُحْصَنَاتِ الْمُؤْمِنَاتِ فَمِن مِّا مَلَكَتْ أَيْمَانُكُم مِّن فَتَيَاتِكُمُ الْمُؤْمِنَاتِ وَاللّهُ أَعْلَمُ بِإِيمَانِكُمْ بَعْضُكُم مِّن بَعْضٍ فَانكِحُوهُنَّ بِإِذْنِ أَهْلِهِنَّ وَآتُوهُنَّ أُجُورَهُنَّ بِالْمَعْرُوفِ مُحْصَنَاتٍ غَيْرَ مُسَافِحَاتٍ وَلاَ مُتَّخِذَاتِ أَخْدَانٍ فَإِذَا أُحْصِنَّ فَإِنْ أَتَيْنَ بِفَاحِشَةٍ فَعَلَيْهِنَّ نِصْفُ مَا عَلَى الْمُحْصَنَاتِ مِنَ الْعَذَابِ ذَلِكَ لِمَنْ خَشِيَ الْعَنَتَ مِنْكُمْ وَأَن تَصْبِرُواْ خَيْرٌ لَّكُمْ وَاللّهُ غَفُورٌ رَّحِيمٌ
Hij onder u, die niet rijk genoeg zal zijn, vrije vrouwen die geloovig zijn te huwen, zal met slavinnen huwen, indien zij geloovig zijn; want God kent uw geloof. Gij zijt de een uit den ander voortgekomen; huw haar daarom met de toestemming harer meesters, en geef haar een bruidschat, volgens hetgeen rechtvaardig is. Laat haar kuisch, niet schuldig aan overspel zijn en geene liefdesbetrekkingen onderhouden. En indien zij gedurende het huwelijk overspel plegen, zullen zij de helft der straf ondergaan, die voor vrije vrouwen is bepaald. Dit is bepaald voor degenen onder u, die vreezen te zondigen door vrije vrouwen te huwen; maar het is beter voor u, geene slavin te huwen. God is genadig en mild.
4 : 26
يُرِيدُ اللّهُ لِيُبَيِّنَ لَكُمْ وَيَهْدِيَكُمْ سُنَنَ الَّذِينَ مِن قَبْلِكُمْ وَيَتُوبَ عَلَيْكُمْ وَاللّهُ عَلِيمٌ حَكِيمٌ
God wil u deze voorschriften verklaren en u leiden in de richting van hen, die u zijn vooraf gegaan, en genadig omtrent u zijn. God is alwetend en wijs.
4 : 27
وَاللّهُ يُرِيدُ أَن يَتُوبَ عَلَيْكُمْ وَيُرِيدُ الَّذِينَ يَتَّبِعُونَ الشَّهَوَاتِ أَن تَمِيلُواْ مَيْلاً عَظِيمًا
God wil barmhartig omtrent u zijn; maar zij die hunne hartstochten volgen, verlangen, dat gij zult afwijken langs eene steile helling.
4 : 28
يُرِيدُ اللّهُ أَن يُخَفِّفَ عَنكُمْ وَخُلِقَ الإِنسَانُ ضَعِيفًا
God is geneigd, zijnen godsdienst licht voor u te maken, daar de mensch zwak geschapen is.
4 : 29
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُواْ لاَ تَأْكُلُواْ أَمْوَالَكُمْ بَيْنَكُمْ بِالْبَاطِلِ إِلاَّ أَن تَكُونَ تِجَارَةً عَن تَرَاضٍ مِّنكُمْ وَلاَ تَقْتُلُواْ أَنفُسَكُمْ إِنَّ اللّهَ كَانَ بِكُمْ رَحِيمًا
O geloovigen! verteert uwe bezittingen niet onder u in ijdelheid, tenzij het bij wederzijdsche verbintenis tusschen u is bepaald; doodt u niet onder elkander. Waarlijk, God is lankmoedig omtrent u.
4 : 30
وَمَن يَفْعَلْ ذَلِكَ عُدْوَانًا وَظُلْمًا فَسَوْفَ نُصْلِيهِ نَارًا وَكَانَ ذَلِكَ عَلَى اللّهِ يَسِيرًا
Hij, die zoodoende, door boosheid en ondeugd zal handelen, zal door het vuur der hel verteerd worden, en dit is God gemakkelijk.
4 : 31
إِن تَجْتَنِبُواْ كَبَآئِرَ مَا تُنْهَوْنَ عَنْهُ نُكَفِّرْ عَنكُمْ سَيِّئَاتِكُمْ وَنُدْخِلْكُم مُّدْخَلاً كَرِيمًا
Indien gij de groote zonden weet te vermijden, welke u verboden zijn, zullen wij uwe overtredingen vergeven, en zullen u met eere binnen het paradijs voeren.
4 : 32
وَلاَ تَتَمَنَّوْاْ مَا فَضَّلَ اللّهُ بِهِ بَعْضَكُمْ عَلَى بَعْضٍ لِّلرِّجَالِ نَصِيبٌ مِّمَّا اكْتَسَبُواْ وَلِلنِّسَاء نَصِيبٌ مِّمَّا اكْتَسَبْنَ وَاسْأَلُواْ اللّهَ مِن فَضْلِهِ إِنَّ اللّهَ كَانَ بِكُلِّ شَيْءٍ عَلِيمًا
Begeer niet wat God den een boven den ander uwer heeft geschonken. De mannen zullen ieder een deel hebben van hetgeen zij gewonnen hebben, en de vrouwen zullen het deel hebben van hetgeen zij zullen hebben gewonnen; daarom zult gij God om zijne goedheid vragen. Hij is alwetend.
4 : 33
وَلِكُلٍّ جَعَلْنَا مَوَالِيَ مِمَّا تَرَكَ الْوَالِدَانِ وَالأَقْرَبُونَ وَالَّذِينَ عَقَدَتْ أَيْمَانُكُمْ فَآتُوهُمْ نَصِيبَهُمْ إِنَّ اللّهَ كَانَ عَلَى كُلِّ شَيْءٍ شَهِيدًا
Wij hebben ieder de erfgenamen aangewezen, die de erfenis zullen ontvangen, door vader en moeder en bloedverwanten bij hunnen dood nagelaten. En hun met wien uwe rechterhanden verbintenissen hebben gesloten, zult gij een deel van de erfenis geven; want God is getuige van alle dingen.
4 : 34
الرِّجَالُ قَوَّامُونَ عَلَى النِّسَاء بِمَا فَضَّلَ اللّهُ بَعْضَهُمْ عَلَى بَعْضٍ وَبِمَا أَنفَقُواْ مِنْ أَمْوَالِهِمْ فَالصَّالِحَاتُ قَانِتَاتٌ حَافِظَاتٌ لِّلْغَيْبِ بِمَا حَفِظَ اللّهُ وَاللاَّتِي تَخَافُونَ نُشُوزَهُنَّ فَعِظُوهُنَّ وَاهْجُرُوهُنَّ فِي الْمَضَاجِعِ وَاضْرِبُوهُنَّ فَإِنْ أَطَعْنَكُمْ فَلاَ تَبْغُواْ عَلَيْهِنَّ سَبِيلاً إِنَّ اللّهَ كَانَ عَلِيًّا كَبِيرًا
De mannen zullen de voorkeur boven de vrouwen hebben, door de voordeelen, waarmede God den een heeft begiftigd, om boven de anderen uit te munten, en omdat zij van hun vermogen besteden om hunne vrouwen te onderhouden. De deugdzame vrouwen zijn gehoorzaam en onderworpen; zij bewaren zorgvuldig, gedurende de afwezigheid harer mannen, wat God haar bevolen heeft ongeschonden te bewaren. Gij zult haar bestraffen, wier ongehoorzaamheid gij hebt te vreezen. Sluit haar in afzonderlijke vertrekken op en tuchtigt haar. Maar indien zij u gehoorzaam zijn, zoekt dan geen twist met haar. God is verheven en groot.
4 : 35
وَإِنْ خِفْتُمْ شِقَاقَ بَيْنِهِمَا فَابْعَثُواْ حَكَمًا مِّنْ أَهْلِهِ وَحَكَمًا مِّنْ أَهْلِهَا إِن يُرِيدَا إِصْلاَحًا يُوَفِّقِ اللّهُ بَيْنَهُمَا إِنَّ اللّهَ كَانَ عَلِيمًا خَبِيرًا
Indien gij eene breuk tusschen de beide echtgenooten vreest, kies dan een scheidsrechter in zijne familie en een scheidsrechter in hare familie: indien de echtgenooten zich wenschen te vereenigen, zal God hen in goede verstandhouding doen leven; want hij is alwetend en wijs.
4 : 36
وَاعْبُدُواْ اللّهَ وَلاَ تُشْرِكُواْ بِهِ شَيْئًا وَبِالْوَالِدَيْنِ إِحْسَانًا وَبِذِي الْقُرْبَى وَالْيَتَامَى وَالْمَسَاكِينِ وَالْجَارِ ذِي الْقُرْبَى وَالْجَارِ الْجُنُبِ وَالصَّاحِبِ بِالجَنبِ وَابْنِ السَّبِيلِ وَمَا مَلَكَتْ أَيْمَانُكُمْ إِنَّ اللّهَ لاَ يُحِبُّ مَن كَانَ مُخْتَالاً فَخُورًا
Dien God en verbind geen schepsel met hem. Wees goed voor uwe vaders en moeders, voor bloedverwanten, weezen, armen, uwen nabuur, die u bestaat en ook voor den nabuur die vreemdeling is; voor uwe makkers, reizigers en voor hen die uwe rechterhand zal bezitten (slaven). God bemint de hoovaardige en snoevende menschen niet.
4 : 37
الَّذِينَ يَبْخَلُونَ وَيَأْمُرُونَ النَّاسَ بِالْبُخْلِ وَيَكْتُمُونَ مَا آتَاهُمُ اللّهُ مِن فَضْلِهِ وَأَعْتَدْنَا لِلْكَافِرِينَ عَذَابًا مُّهِينًا
Die gierig zijn en de gierigheid anderen aanbevelen, en verbergen wat God hun in zijne goedheid heeft gegeven. Wij hebben den ongeloovigen eene schandelijke straf bereid.
4 : 38
وَالَّذِينَ يُنفِقُونَ أَمْوَالَهُمْ رِئَـاء النَّاسِ وَلاَ يُؤْمِنُونَ بِاللّهِ وَلاَ بِالْيَوْمِ الآخِرِ وَمَن يَكُنِ الشَّيْطَانُ لَهُ قَرِينًا فَسَاء قِرِينًا
Hij bemint degenen niet, die aalmoezen geven om door de menschen te worden opgemerkt, en in God noch in den jongsten dag gelooven. Hij, die satan tot makker heeft, bezit een slechten makker.
4 : 39
وَمَاذَا عَلَيْهِمْ لَوْ آمَنُواْ بِاللّهِ وَالْيَوْمِ الآخِرِ وَأَنفَقُواْ مِمَّا رَزَقَهُمُ اللّهُ وَكَانَ اللّهُ بِهِم عَلِيمًا
Wat zouden zij verloren hebben, indien zij aan God en den laatsten dag geloofden; indien zij aalmoezen gaven van weldaden die God hun heeft geschonken, naardien God de daden der menschen kent.
4 : 40
إِنَّ اللّهَ لاَ يَظْلِمُ مِثْقَالَ ذَرَّةٍ وَإِن تَكُ حَسَنَةً يُضَاعِفْهَا وَيُؤْتِ مِن لَّدُنْهُ أَجْرًا عَظِيمًا
Waarlijk, God zal geen onrecht doen, aan wien het ook zij, zelfs niet ter zwaarte van een atoom. Indien het eene goede daad is, zal hij die verdubbelen, en daarvoor eene groote belooning schenken.


Share: