Preloader Image

20 Jamadilakhir 1446H

Sun, 22 Dec 2024

Pray Time


9 : 21
يُبَشِّرُهُمْ رَبُّهُم بِرَحْمَةٍ مِّنْهُ وَرِضْوَانٍ وَجَنَّاتٍ لَّهُمْ فِيهَا نَعِيمٌ مُّقِيمٌ
Hun Heer zendt hun goede tijdingen van genade, van welwillendheid en van tuinen, waar zij bestendige genoegens zullen smaken.
9 : 22
خَالِدِينَ فِيهَا أَبَدًا إِنَّ اللّهَ عِندَهُ أَجْرٌ عَظِيمٌ
Zij zullen daarin eeuwig verblijven; want de belooning van God is groot.
9 : 23
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُواْ لاَ تَتَّخِذُواْ آبَاءكُمْ وَإِخْوَانَكُمْ أَوْلِيَاء إَنِ اسْتَحَبُّواْ الْكُفْرَ عَلَى الإِيمَانِ وَمَن يَتَوَلَّهُم مِّنكُمْ فَأُوْلَـئِكَ هُمُ الظَّالِمُونَ
O ware geloovigen! kiest uwe vaderen of uwe broeders niet tot uwe vrienden, indien zij ongeloof boven geloof beminnen; en wie uwer hen tot zijne vrienden mocht kiezen, zal onder de goddeloozen worden geteld.
9 : 24
قُلْ إِن كَانَ آبَاؤُكُمْ وَأَبْنَآؤُكُمْ وَإِخْوَانُكُمْ وَأَزْوَاجُكُمْ وَعَشِيرَتُكُمْ وَأَمْوَالٌ اقْتَرَفْتُمُوهَا وَتِجَارَةٌ تَخْشَوْنَ كَسَادَهَا وَمَسَاكِنُ تَرْضَوْنَهَا أَحَبَّ إِلَيْكُم مِّنَ اللّهِ وَرَسُولِهِ وَجِهَادٍ فِي سَبِيلِهِ فَتَرَبَّصُواْ حَتَّى يَأْتِيَ اللّهُ بِأَمْرِهِ وَاللّهُ لاَ يَهْدِي الْقَوْمَ الْفَاسِقِينَ
Zeg: Indien uwe vaderen en uwe zonen, en uwe broeders en uwe vrouwen, en uwe bloedverwanten en het vermogen dat gij hebt verworven en uw handel, welks verval gij vreest, en de woningen waarin gij u beweegt, u dierbaarder zijn dan God en zijn apostel, en de vooruitgang van zijnen godsdienst, wacht dan tot God zijn bevel zendt; want God leidt de goddeloozen niet.
9 : 25
لَقَدْ نَصَرَكُمُ اللّهُ فِي مَوَاطِنَ كَثِيرَةٍ وَيَوْمَ حُنَيْنٍ إِذْ أَعْجَبَتْكُمْ كَثْرَتُكُمْ فَلَمْ تُغْنِ عَنكُمْ شَيْئًا وَضَاقَتْ عَلَيْكُمُ الأَرْضُ بِمَا رَحُبَتْ ثُمَّ وَلَّيْتُم مُّدْبِرِينَ
God heeft u in verschillende gevechten bijgestaan, en hoofdzakelijk in den slag van Honein, waar gij u in uw groot aantal hebt verheugd; maar het was u niet voordeelig, en de aarde was u te eng, niettegenstaande zij ruim was; daarop zijt gij heengetrokken en hebt u afgewend.
9 : 26
ثُمَّ أَنَزلَ اللّهُ سَكِينَتَهُ عَلَى رَسُولِهِ وَعَلَى الْمُؤْمِنِينَ وَأَنزَلَ جُنُودًا لَّمْ تَرَوْهَا وَعذَّبَ الَّذِينَ كَفَرُواْ وَذَلِكَ جَزَاء الْكَافِرِينَ
Later zond God zijn bescherming op zijn apostel en op de geloovigen neder, en hij zond engelenscharen neder, die gij niet zaagt, en strafte hen, die niet geloofden; en dit was de vergelding der ongeloovigen.
9 : 27
ثُمَّ يَتُوبُ اللّهُ مِن بَعْدِ ذَلِكَ عَلَى مَن يَشَاء وَاللّهُ غَفُورٌ رَّحِيمٌ
Hierna zal God zich slechts wenden tot hen die hem behagen; want God is barmhartig en genadig.
9 : 28
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُواْ إِنَّمَا الْمُشْرِكُونَ نَجَسٌ فَلاَ يَقْرَبُواْ الْمَسْجِدَ الْحَرَامَ بَعْدَ عَامِهِمْ هَـذَا وَإِنْ خِفْتُمْ عَيْلَةً فَسَوْفَ يُغْنِيكُمُ اللّهُ مِن فَضْلِهِ إِن شَاء إِنَّ اللّهَ عَلِيمٌ حَكِيمٌ
O ware geloovigen! waarlijk de afgodendienaars zijn onrein; laat hen dus na verloop van dit jaar den heiligen tempel niet naderen. Indien gij de armoede vreest door het afsnijden van handelsgemeenschap met hen, zal God u van zijn overvloed verrijken, indien het hem behaagt: want God is alwetend en wijs.
9 : 29
قَاتِلُواْ الَّذِينَ لاَ يُؤْمِنُونَ بِاللّهِ وَلاَ بِالْيَوْمِ الآخِرِ وَلاَ يُحَرِّمُونَ مَا حَرَّمَ اللّهُ وَرَسُولُهُ وَلاَ يَدِينُونَ دِينَ الْحَقِّ مِنَ الَّذِينَ أُوتُواْ الْكِتَابَ حَتَّى يُعْطُواْ الْجِزْيَةَ عَن يَدٍ وَهُمْ صَاغِرُونَ
Strijdt tegen degenen, die noch aan God: noch aan den jongsten dag gelooven, en niet verbieden wat God in zijn apostel hebben verboden, en den waren godsdienst niet belijden van hen, aan wie de schriften werden geopenbaard, tot zij door het recht van onderwerping schatting hebben betaald, en zij vernederd zijn.
9 : 30
وَقَالَتِ الْيَهُودُ عُزَيْرٌ ابْنُ اللّهِ وَقَالَتْ النَّصَارَى الْمَسِيحُ ابْنُ اللّهِ ذَلِكَ قَوْلُهُم بِأَفْوَاهِهِمْ يُضَاهِؤُونَ قَوْلَ الَّذِينَ كَفَرُواْ مِن قَبْلُ قَاتَلَهُمُ اللّهُ أَنَّى يُؤْفَكُونَ
De Joden zeggen: Ozaïr is de zoon van God, en de Christenen zeggen Christus is de zoon van God. Dat is wat zij met hunne monden zeggen. Zij bootsen de taal na van hen, die in vroegere tijden ongeloovigen waren. Dat God hun den oorlog aandoe. Hoe dwaas zijn zij!
9 : 31
اتَّخَذُواْ أَحْبَارَهُمْ وَرُهْبَانَهُمْ أَرْبَابًا مِّن دُونِ اللّهِ وَالْمَسِيحَ ابْنَ مَرْيَمَ وَمَا أُمِرُواْ إِلاَّ لِيَعْبُدُواْ إِلَـهًا وَاحِدًا لاَّ إِلَـهَ إِلاَّ هُوَ سُبْحَانَهُ عَمَّا يُشْرِكُونَ
Zij kiezen hunne priesters en hunne monniken tot hunne heeren naast God, benevens Christus, de zoon van Maria, hoewel het hun is geboden, slechts één God te aanbidden; en er is geen God buiten hem. Het zij verre van hem wat zij met hem vereenigen.
9 : 32
يُرِيدُونَ أَن يُطْفِؤُواْ نُورَ اللّهِ بِأَفْوَاهِهِمْ وَيَأْبَى اللّهُ إِلاَّ أَن يُتِمَّ نُورَهُ وَلَوْ كَرِهَ الْكَافِرُونَ
Zij trachten het licht van God door hunne monden uit te blusschen; maar God wil slechts zijn licht volmaken, hoewel de ongeloovigen daarvan een afkeer hebben.
9 : 33
هُوَ الَّذِي أَرْسَلَ رَسُولَهُ بِالْهُدَى وَدِينِ الْحَقِّ لِيُظْهِرَهُ عَلَى الدِّينِ كُلِّهِ وَلَوْ كَرِهَ الْمُشْرِكُونَ
Hij is het, die zijn apostel met de leiding en den waren godsdienst heeft gezonden, opdat hij zijnen voorrang boven iederen anderen godsdienst zou aantoonen, hoewel de afgodendienaars er afkeerig van mogen zijn.
9 : 34
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُواْ إِنَّ كَثِيراً مِّنَ الأَحْبَارِ وَالرُّهْبَانِ لَيَأْكُلُونَ أَمْوَالَ النَّاسِ بِالْبَاطِلِ وَيَصُدُّونَ عَن سَبِيلِ اللّهِ وَالَّذِينَ يَكْنِزُونَ الذَّهَبَ وَالْفِضَّةَ وَلاَ يُنفِقُونَهَا فِي سَبِيلِ اللّهِ فَبَشِّرْهُم بِعَذَابٍ أَلِيمٍ
O ware geloovigen! waarlijk, velen der priesters en monniken verteren het vermogen der menschen in ijdelheid en versperren den weg van God. Maar hun, die goud en zilver verzamelen en het niet voor den vooruitgang van Gods waren dienst gebruiken, verkondig eene gestrenge straf.
9 : 35
يَوْمَ يُحْمَى عَلَيْهَا فِي نَارِ جَهَنَّمَ فَتُكْوَى بِهَا جِبَاهُهُمْ وَجُنوبُهُمْ وَظُهُورُهُمْ هَـذَا مَا كَنَزْتُمْ لأَنفُسِكُمْ فَذُوقُواْ مَا كُنتُمْ تَكْنِزُونَ
Op den dag des oordeels zullen hunne schatten sterk verhit worden in het vuur der hel, en hunne voorhoofden en hunne zijden en hunne ruggen zullen daarmede gebrandmerkt worden, en hunne pijnigers zullen hun zeggen: Dit zijn de schatten, welke gij voor uwe ziel hebt vergaderd. Proef dus wat gij hebt verzameld.
9 : 36
إِنَّ عِدَّةَ الشُّهُورِ عِندَ اللّهِ اثْنَا عَشَرَ شَهْرًا فِي كِتَابِ اللّهِ يَوْمَ خَلَقَ السَّمَاوَات وَالأَرْضَ مِنْهَا أَرْبَعَةٌ حُرُمٌ ذَلِكَ الدِّينُ الْقَيِّمُ فَلاَ تَظْلِمُواْ فِيهِنَّ أَنفُسَكُمْ وَقَاتِلُواْ الْمُشْرِكِينَ كَآفَّةً كَمَا يُقَاتِلُونَكُمْ كَآفَّةً وَاعْلَمُواْ أَنَّ اللّهَ مَعَ الْمُتَّقِينَ
Het volkomen getal van Gods maanden is twaalf, die door Gods boek werden ingesteld, op den dag, dat hij de hemelen en de aarde schiep: vier daarvan zijn geheiligd. Dit is de ware godsdienst. Handel hierin dus niet onrechtvaardig met u zelven. Maar val de afgodendienaars in alle maanden aan, daar zij u evens in alle maanden aanvallen, en weet, dat God met degenen is die hem vreezen.
9 : 37
إِنَّمَا النَّسِيءُ زِيَادَةٌ فِي الْكُفْرِ يُضَلُّ بِهِ الَّذِينَ كَفَرُواْ يُحِلِّونَهُ عَامًا وَيُحَرِّمُونَهُ عَامًا لِّيُوَاطِؤُواْ عِدَّةَ مَا حَرَّمَ اللّهُ فَيُحِلُّواْ مَا حَرَّمَ اللّهُ زُيِّنَ لَهُمْ سُوءُ أَعْمَالِهِمْ وَاللّهُ لاَ يَهْدِي الْقَوْمَ الْكَافِرِينَ
Waarlijk, het overbrengen van een geheiligde maand op eene andere maand is eene overmaat van ongeloof. De ongeloovigen zijn daardoor in eene dwaling gebracht; zij staan toe, dat een maand in het ééne jaar worde geschonden, en verklaren die in een ander jaar voor heilig, opdat zij het getal maanden zouden volmaken, die volgens Gods bevel heilig moeten gehouden worden; en zij veroorloven, wat God verboden heeft. Het slechte hunner daden is hun door den Satan bereid; want God leidt de ongeloovigen niet.
9 : 38
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُواْ مَا لَكُمْ إِذَا قِيلَ لَكُمُ انفِرُواْ فِي سَبِيلِ اللّهِ اثَّاقَلْتُمْ إِلَى الأَرْضِ أَرَضِيتُم بِالْحَيَاةِ الدُّنْيَا مِنَ الآخِرَةِ فَمَا مَتَاعُ الْحَيَاةِ الدُّنْيَا فِي الآخِرَةِ إِلاَّ قَلِيلٌ
O ware geloovigen! wat scheelde u, dat, toen men u zeide: vertrekt, om voor Gods eeredienst te strijden, gij u als bewaard ter aarde hebt gebogen? Verkiest gij het tegenwoordige leven boven het volgende? Maar de genietingen van dit leven zijn slechts onbeduidend in vergelijking met die van het volgende.
9 : 39
إِلاَّ تَنفِرُواْ يُعَذِّبْكُمْ عَذَابًا أَلِيمًا وَيَسْتَبْدِلْ قَوْمًا غَيْرَكُمْ وَلاَ تَضُرُّوهُ شَيْئًا وَاللّهُ عَلَى كُلِّ شَيْءٍ قَدِيرٌ
Indien gij niet vertrekt als gij ten oorlog wordt opgeroepen, zal God u met eene gestrenge straf tuchtigen, en hij zal een ander volk op uwe plaats stellen, hetgeen hem volstrekt niet zal deren; want God is almachtig.
9 : 40
إِلاَّ تَنصُرُوهُ فَقَدْ نَصَرَهُ اللّهُ إِذْ أَخْرَجَهُ الَّذِينَ كَفَرُواْ ثَانِيَ اثْنَيْنِ إِذْ هُمَا فِي الْغَارِ إِذْ يَقُولُ لِصَاحِبِهِ لاَ تَحْزَنْ إِنَّ اللّهَ مَعَنَا فَأَنزَلَ اللّهُ سَكِينَتَهُ عَلَيْهِ وَأَيَّدَهُ بِجُنُودٍ لَّمْ تَرَوْهَا وَجَعَلَ كَلِمَةَ الَّذِينَ كَفَرُواْ السُّفْلَى وَكَلِمَةُ اللّهِ هِيَ الْعُلْيَا وَاللّهُ عَزِيزٌ حَكِيمٌ
Indien gij den profeet niet bijstaat, waarlijk, dan zal God hem bijstaan, zoo als hij dat vroeger deed, toen de ongeloovigen hem uit Mekka verdreven, den tweede van de twee, toen zij beiden in het hol waren. Toen zeide hij tot zijne gezellen: Weest niet bedroefd; want God is met ons. En God zond zijne zekerheid op hem neder en versterkte hem met legers en engelen, die gij niet zaagt. En hij vernederde het woord van hen, die niet geloofden en Gods woord werd verheven; want God is machtig en wijs.


Share: