Preloader Image

19 Jamadilawal 1446H

Thu, 21 Nov 2024

Pray Time


11 : 81
قَالُواْ يَا لُوطُ إِنَّا رُسُلُ رَبِّكَ لَن يَصِلُواْ إِلَيْكَ فَأَسْرِ بِأَهْلِكَ بِقِطْعٍ مِّنَ اللَّيْلِ وَلاَ يَلْتَفِتْ مِنكُمْ أَحَدٌ إِلاَّ امْرَأَتَكَ إِنَّهُ مُصِيبُهَا مَا أَصَابَهُمْ إِنَّ مَوْعِدَهُمُ الصُّبْحُ أَلَيْسَ الصُّبْحُ بِقَرِيبٍ
De engelen zeiden: O Lot! waarlijk, wij zijn de gezanten van uwen Heer, zij zullen u op geenerlei wijze aanraken. Ga dus heen, met uw gezin, gedurende dezen nacht, en laat zich niemand van u omkeeren: maar wat uwe vrouw betreft, wat over hen zal komen zal ook haar treffen. Waarlijk, de voorzegging hunner straf zal des ochtends vervuld worden: Is de ochtend niet nabij?
11 : 82
فَلَمَّا جَاء أَمْرُنَا جَعَلْنَا عَالِيَهَا سَافِلَهَا وَأَمْطَرْنَا عَلَيْهَا حِجَارَةً مِّن سِجِّيلٍ مَّنضُودٍ
En toen ons bevel kwam, keerden wij die steden om, en wij lieten steenen van gebakken klei op haar nederregenen, den een na den ander,
11 : 83
مُّسَوَّمَةً عِندَ رَبِّكَ وَمَا هِيَ مِنَ الظَّالِمِينَ بِبَعِيدٍ
En zij waren door uwen Heer gemerkt; en zij zijn niet ver verwijderd van hen die onrechtvaardig handelen.
11 : 84
وَإِلَى مَدْيَنَ أَخَاهُمْ شُعَيْبًا قَالَ يَا قَوْمِ اعْبُدُواْ اللّهَ مَا لَكُم مِّنْ إِلَـهٍ غَيْرُهُ وَلاَ تَنقُصُواْ الْمِكْيَالَ وَالْمِيزَانَ إِنِّيَ أَرَاكُم بِخَيْرٍ وَإِنِّيَ أَخَافُ عَلَيْكُمْ عَذَابَ يَوْمٍ مُّحِيطٍ
En tot Madian zonden wij hunnen broeder Shoaïb. Hij zeide: O mijn volk! aanbid God; gij hebt geen God buiten hem; en verminder geen maat of gewicht. Waarlijk, ik zie dat gij in een gelukkigen toestand verkeert; maar ik vrees voor u de straf van den dag, die de goddeloozen zal omstrikken.
11 : 85
وَيَا قَوْمِ أَوْفُواْ الْمِكْيَالَ وَالْمِيزَانَ بِالْقِسْطِ وَلاَ تَبْخَسُواْ النَّاسَ أَشْيَاءهُمْ وَلاَ تَعْثَوْاْ فِي الأَرْضِ مُفْسِدِينَ
O mijn volk! geef volle maat en juist gewicht, en verminder der menschen bezittingen niet; pleeg nimmer onrechtvaardigheid op aarde, door slecht te handelen.
11 : 86
بَقِيَّةُ اللّهِ خَيْرٌ لَّكُمْ إِن كُنتُم مُّؤْمِنِينَ وَمَا أَنَاْ عَلَيْكُم بِحَفِيظٍ
Het minste deel, dat u zal overblijven als eene belooning van God, nadat gij rechtvaardig omtrent anderen zult hebben gehandeld, zal beter voor u zijn, dan rijkdom door bedrog verkregen, indien gij ware geloovigen zijt. Ik ben geen bewaker van u.
11 : 87
قَالُواْ يَا شُعَيْبُ أَصَلاَتُكَ تَأْمُرُكَ أَن نَّتْرُكَ مَا يَعْبُدُ آبَاؤُنَا أَوْ أَن نَّفْعَلَ فِي أَمْوَالِنَا مَا نَشَاء إِنَّكَ لَأَنتَ الْحَلِيمُ الرَّشِيدُ
Zij antwoordden: O Shoaïb! zijn het uwe gebeden die u gelasten, ons de goden te doen verlaten, welke door onze vaderen werden aangebeden, of dat wij met onze bezittingen niet zouden doen, wat wij verkiezen. Gij alleen zijt, naar het schijnt, de wijze man, en geschapen om tot leidsman te strekken.
11 : 88
قَالَ يَا قَوْمِ أَرَأَيْتُمْ إِن كُنتُ عَلَىَ بَيِّنَةٍ مِّن رَّبِّي وَرَزَقَنِي مِنْهُ رِزْقًا حَسَنًا وَمَا أُرِيدُ أَنْ أُخَالِفَكُمْ إِلَى مَا أَنْهَاكُمْ عَنْهُ إِنْ أُرِيدُ إِلاَّ الإِصْلاَحَ مَا اسْتَطَعْتُ وَمَا تَوْفِيقِي إِلاَّ بِاللّهِ عَلَيْهِ تَوَكَّلْتُ وَإِلَيْهِ أُنِيبُ
Hij zeide: O mijn volk! Zeg mij, indien ik eene duidelijke verklaring van mijn Heer heb ontvangen en hij mij een schoon deel zijner gaven heeft geschonken, en ik u niet wil veroorloven wat hij heeft verboden, zoek ik dan iets anders dan uwe verbetering, met al mijne macht? Mijn steun is God alleen; in hem vertrouw ik, en tot hem wend ik mij.
11 : 89
وَيَا قَوْمِ لاَ يَجْرِمَنَّكُمْ شِقَاقِي أَن يُصِيبَكُم مِّثْلُ مَا أَصَابَ قَوْمَ نُوحٍ أَوْ قَوْمَ هُودٍ أَوْ قَوْمَ صَالِحٍ وَمَا قَوْمُ لُوطٍ مِّنكُم بِبَعِيدٍ
O mijn volk! laat niet de tegenstand dien gij mij biedt, eene wraak over u brengen, gelijk aan de wraak die over het volk van Noach, of het volk van Hoed, of het volk van Saleh kwam. Het einde van het volk van Lot is niet zeer ver van u verwijderd.
11 : 90
وَاسْتَغْفِرُواْ رَبَّكُمْ ثُمَّ تُوبُواْ إِلَيْهِ إِنَّ رَبِّي رَحِيمٌ وَدُودٌ
Vraag dus vergiffenis van uwen Heer, en wend u tot hem; want mijn Heer is genadig en liefderijk.
11 : 91
قَالُواْ يَا شُعَيْبُ مَا نَفْقَهُ كَثِيراً مِّمَّا تَقُولُ وَإِنَّا لَنَرَاكَ فِينَا ضَعِيفًا وَلَوْلاَ رَهْطُكَ لَرَجَمْنَاكَ وَمَا أَنتَ عَلَيْنَا بِعَزِيزٍ
Zij antwoordden: O Shoaïb! wij verstaan niet veel van hetgeen gij zegt, en wij zien dat gij een man zonder macht onder ons zijt; indien het niet om uw gezin ware, zouden wij u zekerlijk hebben gesteenigd, en gij zoudt niet de overhand op ons gehad hebben.
11 : 92
قَالَ يَا قَوْمِ أَرَهْطِي أَعَزُّ عَلَيْكُم مِّنَ اللّهِ وَاتَّخَذْتُمُوهُ وَرَاءكُمْ ظِهْرِيًّا إِنَّ رَبِّي بِمَا تَعْمَلُونَ مُحِيطٌ
Shoaïb zeide: O mijn volk! is mijn gezin naar uw oordeel meer waardig dan God? en werpt gij hem zorgeloos achter u? Waarlijk, God begrijpt wat gij doet.
11 : 93
وَيَا قَوْمِ اعْمَلُواْ عَلَى مَكَانَتِكُمْ إِنِّي عَامِلٌ سَوْفَ تَعْلَمُونَ مَن يَأْتِيهِ عَذَابٌ يُخْزِيهِ وَمَنْ هُوَ كَاذِبٌ وَارْتَقِبُواْ إِنِّي مَعَكُمْ رَقِيبٌ
O mijn volk! arbeid naar uwen aard, ik zal zekerlijk naar mijnen plicht arbeiden. En gij zult vernemen. Wien eene straf zal worden opgelegd, die hem met schaamte zal bedekken, en wie een leugenaar is. Wacht dus het uur; want ook ik zal met u wachten.
11 : 94
وَلَمَّا جَاء أَمْرُنَا نَجَّيْنَا شُعَيْبًا وَالَّذِينَ آمَنُواْ مَعَهُ بِرَحْمَةٍ مَّنَّا وَأَخَذَتِ الَّذِينَ ظَلَمُواْ الصَّيْحَةُ فَأَصْبَحُواْ فِي دِيَارِهِمْ جَاثِمِينَ
Toen dus ons besluit tot uitvoering kwam, bevrijdden wij Shoaïb en hen die met hem geloofden, door onze genade, en een vreeselijk onweder kwam neder op hen, die onrechtvaardig hadden gehandeld; en des ochtends werden zij dood in hunne huizen, en voorover liggende gevonden.
11 : 95
كَأَن لَّمْ يَغْنَوْاْ فِيهَا أَلاَ بُعْدًا لِّمَدْيَنَ كَمَا بَعِدَتْ ثَمُودُ
Als hadden zij nimmer op aarde gewoond. Werd Madian niet van de aarde verdreven, terwijl Thamoed daarvan verwijderd werd?
11 : 96
وَلَقَدْ أَرْسَلْنَا مُوسَى بِآيَاتِنَا وَسُلْطَانٍ مُّبِينٍ
En wij zonden vroeger Mozes met onze teekens en duidelijke kracht tot Pharao en zijne vorsten;
11 : 97
إِلَى فِرْعَوْنَ وَمَلَئِهِ فَاتَّبَعُواْ أَمْرَ فِرْعَوْنَ وَمَا أَمْرُ فِرْعَوْنَ بِرَشِيدٍ
Maar deze volgden het bevel van Pharao, hoezeer het bevel van Pharao hen niet op den rechten weg leidde.
11 : 98
يَقْدُمُ قَوْمَهُ يَوْمَ الْقِيَامَةِ فَأَوْرَدَهُمُ النَّارَ وَبِئْسَ الْوِرْدُ الْمَوْرُودُ
Pharao zal zijn volk voorafgaan op den dag der opstanding, en hij zal hen in de hel voeren. Een ongelukkige weg zal het zijn, waarop zij geleid zullen worden.
11 : 99
وَأُتْبِعُواْ فِي هَـذِهِ لَعْنَةً وَيَوْمَ الْقِيَامَةِ بِئْسَ الرِّفْدُ الْمَرْفُودُ
Zij werden in dit leven door een vloek gevolgd, en op den dag der opstanding zal de vergelding ellendig zijn, die hen gegeven zal worden.
11 : 100
ذَلِكَ مِنْ أَنبَاء الْقُرَى نَقُصُّهُ عَلَيْكَ مِنْهَا قَآئِمٌ وَحَصِيدٌ
Dit is een deel van de geschiedenis der steden, welke wij u verhalen. Van deze staan sommige, terwijl andere geheel verwoest zijn.


Share: