Preloader Image

29 Jamadilakhir 1446H

Tue, 31 Dec 2024

Pray Time


50 : 1
ق وَالْقُرْآنِ الْمَجِيدِ
Kaf Bij den glorierijken Koran;
50 : 2
بَلْ عَجِبُوا أَن جَاءهُمْ مُنذِرٌ مِّنْهُمْ فَقَالَ الْكَافِرُونَ هَذَا شَيْءٌ عَجِيبٌ
Waarlijk, gij verwondert u, dat een prediker uit hun midden, tot hen is gekomen, en de ongeloovigen zeggen: Dit is eene wonderlijke zaak.
50 : 3
أَئِذَا مِتْنَا وَكُنَّا تُرَابًا ذَلِكَ رَجْعٌ بَعِيدٌ
Nadat wij dood en tot stof zullen wezen, zullen wij in het leven terugkeeren. Dit is een ver van de gedachte verwijderde terugkeer.
50 : 4
قَدْ عَلِمْنَا مَا تَنقُصُ الْأَرْضُ مِنْهُمْ وَعِندَنَا كِتَابٌ حَفِيظٌ
Nu weten wij wat de aarde van hen verteert, en wij bezitten een boek dat ons daarvan onderricht.
50 : 5
بَلْ كَذَّبُوا بِالْحَقِّ لَمَّا جَاءهُمْ فَهُمْ فِي أَمْرٍ مَّرِيجٍ
Maar zij beladen de waarheid met leugen, nadat de eerste tot hen is gekomen; daarom zijn zij in een verwarde zaak gestort
50 : 6
أَفَلَمْ يَنظُرُوا إِلَى السَّمَاء فَوْقَهُمْ كَيْفَ بَنَيْنَاهَا وَزَيَّنَّاهَا وَمَا لَهَا مِن فُرُوجٍ
Zien zij niet op, tot den hemel boven hen; en overwegen zij niet, hoe wij dien verheven en opgetooid hebben, en dat daarin geene gebreken zijn?
50 : 7
وَالْأَرْضَ مَدَدْنَاهَا وَأَلْقَيْنَا فِيهَا رَوَاسِيَ وَأَنبَتْنَا فِيهَا مِن كُلِّ زَوْجٍ بَهِيجٍ
Wij hebben ook de aarde uitgespreid, en daarop vastgewortelde bergen geworpen, en wij doen elke schoone soort van planten daarop voortspruiten.
50 : 8
تَبْصِرَةً وَذِكْرَى لِكُلِّ عَبْدٍ مُّنِيبٍ
Als een onderwerp ter overweging, en eene vermaning voor iederen mensch, die zich tot ons wendt.
50 : 9
وَنَزَّلْنَا مِنَ السَّمَاء مَاء مُّبَارَكًا فَأَنبَتْنَا بِهِ جَنَّاتٍ وَحَبَّ الْحَصِيدِ
En wij zenden den regen als eene zegening van den hemel neder; waardoor wij tuinen doen voortspruiten en het graan dat men oogst.
50 : 10
وَالنَّخْلَ بَاسِقَاتٍ لَّهَا طَلْعٌ نَّضِيدٌ
En de rijzige palmboomen met takken vol dadels, die boven elkander hangen.
50 : 11
رِزْقًا لِّلْعِبَادِ وَأَحْيَيْنَا بِهِ بَلْدَةً مَّيْتًا كَذَلِكَ الْخُرُوجُ
Als een voorraad voor den mensch. Wij verkwikken daardoor een dood land; zoo zal de opstanding der dooden uit hunne graven wezen.
50 : 12
كَذَّبَتْ قَبْلَهُمْ قَوْمُ نُوحٍ وَأَصْحَابُ الرَّسِّ وَثَمُودُ
Het volk van Noach, en zij die te Al Rass woonden, en Thamoed en Ad en Pharao beschuldigden de profeten van bedrog voor de bewoners van Mekka.
50 : 13
وَعَادٌ وَفِرْعَوْنُ وَإِخْوَانُ لُوطٍ
Alsmede de broeders van Loth
50 : 14
وَأَصْحَابُ الْأَيْكَةِ وَقَوْمُ تُبَّعٍ كُلٌّ كَذَّبَ الرُّسُلَ فَحَقَّ وَعِيدِ
En de bewoners van het woud nabij Midian en het volk van Tobba; die allen beschuldigden de profeten van bedrog; daarom werden de vonnissen, waarmede ik dreigde, hun rechtvaardig opgelegd.
50 : 15
أَفَعَيِينَا بِالْخَلْقِ الْأَوَّلِ بَلْ هُمْ فِي لَبْسٍ مِّنْ خَلْقٍ جَدِيدٍ
Is onze kracht door de eerste schepping uitgeput? daar zij verbaasd zijn, omdat hun eene nieuwe schepping is voorgesteld: namelijk de opwekking der dooden.
50 : 16
وَلَقَدْ خَلَقْنَا الْإِنسَانَ وَنَعْلَمُ مَا تُوَسْوِسُ بِهِ نَفْسُهُ وَنَحْنُ أَقْرَبُ إِلَيْهِ مِنْ حَبْلِ الْوَرِيدِ
Wij schiepen den mensch en weten wat zijne ziel hem influistert, en wij zijn hem nader dan zijne strotader.
50 : 17
إِذْ يَتَلَقَّى الْمُتَلَقِّيَانِ عَنِ الْيَمِينِ وَعَنِ الشِّمَالِ قَعِيدٌ
Als de twee engelen welke hij afvaardigt, om rekenschap te vragen van het gedrag van een mensch, dit verrichten, terwijl de een aan de rechter- en de andere aan de linkerhand zit.
50 : 18
مَا يَلْفِظُ مِن قَوْلٍ إِلَّا لَدَيْهِ رَقِيبٌ عَتِيدٌ
Uit hij niet een woord, of er is een bespieder bij hem, gereed om het op te schrijven.
50 : 19
وَجَاءتْ سَكْرَةُ الْمَوْتِ بِالْحَقِّ ذَلِكَ مَا كُنتَ مِنْهُ تَحِيدُ
En de bewusteloosheid des doods zal in waarheid komen: dat is, o mensch! wat gij getracht hebt te ontgaan.
50 : 20
وَنُفِخَ فِي الصُّورِ ذَلِكَ يَوْمُ الْوَعِيدِ
En de trompet zal klinken: dit zal de dag zijn, waarmede gedreigd werd.


Share: