Preloader Image

2 Jamadilakhir 1446H

Wed, 04 Dec 2024

Pray Time


38 : 41
وَاذْكُرْ عَبْدَنَا أَيُّوبَ إِذْ نَادَى رَبَّهُ أَنِّي مَسَّنِيَ الشَّيْطَانُ بِنُصْبٍ وَعَذَابٍ
En gedenk onzen dienaar Job , toen hij tot zijnen Heer riep, zeggende: Waarlijk, Satan heeft mij met rampen en pijn bedroefd.
38 : 42
ارْكُضْ بِرِجْلِكَ هَذَا مُغْتَسَلٌ بَارِدٌ وَشَرَابٌ
En er werd tot hem gezegd: Strijk de aarde met uwen voet; en toen hij dit had gedaan, ontsprong er eene fontein, en er werd tot hem gezegd: Dit is voor u, om u er mede te wasschen, te verfrisschen en om te drinken.
38 : 43
وَوَهَبْنَا لَهُ أَهْلَهُ وَمِثْلَهُم مَّعَهُمْ رَحْمَةً مِّنَّا وَذِكْرَى لِأُوْلِي الْأَلْبَابِ
En wij gaven hem zijn gezin terug, en nog eens zooveel bovendien, door onze genade.
38 : 44
وَخُذْ بِيَدِكَ ضِغْثًا فَاضْرِب بِّهِ وَلَا تَحْنَثْ إِنَّا وَجَدْنَاهُ صَابِرًا نِعْمَ الْعَبْدُ إِنَّهُ أَوَّابٌ
En wij zeiden tot hem: Neem een handvol (of bundel) in uwe hand en sla er uwe vrouw mede, en breek uwen eed niet. Waarlijk, wij bevonden, dat hij een geduldig persoon was. Welk een uitmuntend dienaar was hij: want hij was iemand, die zich dikwijls tot ons wendde.
38 : 45
وَاذْكُرْ عِبَادَنَا إبْرَاهِيمَ وَإِسْحَاقَ وَيَعْقُوبَ أُوْلِي الْأَيْدِي وَالْأَبْصَارِ
Gedenk ook onze dienaren Abraham, Izaäk en Jacob, die dappere en voorzichtige menschen waren.
38 : 46
إِنَّا أَخْلَصْنَاهُم بِخَالِصَةٍ ذِكْرَى الدَّارِ
Waarlijk, wij zuiverden hen met eene volkomene zuivering, door de herdenking van het volgende leven.
38 : 47
وَإِنَّهُمْ عِندَنَا لَمِنَ الْمُصْطَفَيْنَ الْأَخْيَارِ
En zij waren goede menschen en voor ons aangezicht uitverkoren.
38 : 48
وَاذْكُرْ إِسْمَاعِيلَ وَالْيَسَعَ وَذَا الْكِفْلِ وَكُلٌّ مِّنْ الْأَخْيَارِ
En gedenk Israël, en Elisha en Dhoe'lkefl: want deze allen waren goede menschen.
38 : 49
هَذَا ذِكْرٌ وَإِنَّ لِلْمُتَّقِينَ لَحُسْنَ مَآبٍ
Dit is eene vermaning. Waarlijk, de vromen zullen eene uitnemende plaats hebben, om er terug te keeren;
38 : 50
جَنَّاتِ عَدْنٍ مُّفَتَّحَةً لَّهُمُ الْأَبْوَابُ
Namelijk, tuinen van eeuwig verblijf, waarvan de ingangen voor hen zullen openstaan.
38 : 51
مُتَّكِئِينَ فِيهَا يَدْعُونَ فِيهَا بِفَاكِهَةٍ كَثِيرَةٍ وَشَرَابٍ
Als zij daarin nederliggen, zullen zij er verschillende soorten vruchten en dranken vinden.
38 : 52
وَعِندَهُمْ قَاصِرَاتُ الطَّرْفِ أَتْرَابٌ
En nabij hen zullen de maagden van het paradijs zitten, hare blikken van ieder afwendende; behalve van hare bruidegommen, van gelijken ouderdom als zij.
38 : 53
هَذَا مَا تُوعَدُونَ لِيَوْمِ الْحِسَابِ
Dit is, wat u vóór den dag der rekenschap beloofd werd.
38 : 54
إِنَّ هَذَا لَرِزْقُنَا مَا لَهُ مِن نَّفَادٍ
Dit is onze overvloed, die niet falen zal.
38 : 55
هَذَا وَإِنَّ لِلطَّاغِينَ لَشَرَّ مَآبٍ
Dit zal de belooning der rechtvaardigen wezen. Maar voor de zondaren is eene slechte schuilplaats gereed gemaakt;
38 : 56
جَهَنَّمَ يَصْلَوْنَهَا فَبِئْسَ الْمِهَادُ
Namelijk de hel: zij zullen daarin geroepen worden om verbrand te worden, en dat zal eene ellendige rustplaats wezen;
38 : 57
هَذَا فَلْيَذُوقُوهُ حَمِيمٌ وَغَسَّاقٌ
Proef dit, zal men hun zeggen; namelijk kokend water en het bedorven vocht, dat uit de lijken der verdoemden vloeit.
38 : 58
وَآخَرُ مِن شَكْلِهِ أَزْوَاجٌ
En verschillende andere dingen van dezelfde soort.
38 : 59
هَذَا فَوْجٌ مُّقْتَحِمٌ مَّعَكُمْ لَا مَرْحَبًا بِهِمْ إِنَّهُمْ صَالُوا النَّارِ
En er zal tot de verleiders gezegd worden: Deze schaar, die door u werd geleid, zal te zamen met u, van boven neder in de hel geworpen worden. Zij zullen niet verwelkomd worden; want zij zullen het vuur binnengaan om verbrand te worden.
38 : 60
قَالُوا بَلْ أَنتُمْ لَا مَرْحَبًا بِكُمْ أَنتُمْ قَدَّمْتُمُوهُ لَنَا فَبِئْسَ الْقَرَارُ
En de verleiden zullen tot hunne verleiders zeggen: Waarlijk, gij zult niet verwelkomd worden; gij hebt deze kastijding over ons gebracht, en de hel is een ellendig verblijf!


Share: