Preloader Image

25 Jamadilakhir 1446H

Fri, 27 Dec 2024

Pray Time

Chinese | Dutch | French | German | Indonesian | Italian | Japanese | Malay | Sahih International | Tafsir الجلالين | Thai

Holy Quran » AL 'ANKABUUT : 41 - 60



29 : 41
مَثَلُ الَّذِينَ اتَّخَذُوا مِن دُونِ اللَّهِ أَوْلِيَاء كَمَثَلِ الْعَنكَبُوتِ اتَّخَذَتْ بَيْتًا وَإِنَّ أَوْهَنَ الْبُيُوتِ لَبَيْتُ الْعَنكَبُوتِ لَوْ كَانُوا يَعْلَمُونَ
Degenen, die andere beschermers naast God nemen, gelijken op de spinnekop, die zelve zich eene woning vervaardigt: maar het zwakste van alle huizen is zekerlijk dat van een spinnekop, indien zij dit wisten.
29 : 42
إِنَّ اللَّهَ يَعْلَمُ مَا يَدْعُونَ مِن دُونِهِ مِن شَيْءٍ وَهُوَ الْعَزِيزُ الْحَكِيمُ
God kent echter de dingen, welke zij buiten hem aanroepen, en hij is de Machtige, de Wijze.
29 : 43
وَتِلْكَ الْأَمْثَالُ نَضْرِبُهَا لِلنَّاسِ وَمَا يَعْقِلُهَا إِلَّا الْعَالِمُونَ
Deze vergelijking stellen wij den menschen voor; maar niemand verstaat die; behalve de denkende.
29 : 44
خَلَقَ اللَّهُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضَ بِالْحَقِّ إِنَّ فِي ذَلِكَ لَآيَةً لِّلْمُؤْمِنِينَ
God heeft de hemelen en de aarde in waarheid geschapen; waarlijk, hierin is een teeken voor de ware geloovigen.
29 : 45
اتْلُ مَا أُوحِيَ إِلَيْكَ مِنَ الْكِتَابِ وَأَقِمِ الصَّلَاةَ إِنَّ الصَّلَاةَ تَنْهَى عَنِ الْفَحْشَاء وَالْمُنكَرِ وَلَذِكْرُ اللَّهِ أَكْبَرُ وَاللَّهُ يَعْلَمُ مَا تَصْنَعُونَ
Herdenkt wat u van het boek des Korans werd geopenbaard, en weest standvastig in het gebed; want het gebed behoedt den mensch voor vele misdaden en voor hetgeen laakbaar is, en de herdenkingen van God is zeker een der belangrijkste plichten: God weet wat gij doet.
29 : 46
وَلَا تُجَادِلُوا أَهْلَ الْكِتَابِ إِلَّا بِالَّتِي هِيَ أَحْسَنُ إِلَّا الَّذِينَ ظَلَمُوا مِنْهُمْ وَقُولُوا آمَنَّا بِالَّذِي أُنزِلَ إِلَيْنَا وَأُنزِلَ إِلَيْكُمْ وَإِلَهُنَا وَإِلَهُكُمْ وَاحِدٌ وَنَحْنُ لَهُ مُسْلِمُونَ
Twist niet met hen die de schriften hebben ontvangen dan op de zachtste wijze, behalve met diegene van hen, welke zich slecht tegenover u gedragen, en zeg: Wij gelooven in de openbaring, welke ons werd nedergezonden en ook in hetgeen u werd nedergezonden. Onze God en uw God is één, en hem zijn wij onderworpen.
29 : 47
وَكَذَلِكَ أَنزَلْنَا إِلَيْكَ الْكِتَابَ فَالَّذِينَ آتَيْنَاهُمُ الْكِتَابَ يُؤْمِنُونَ بِهِ وَمِنْ هَؤُلَاء مَن يُؤْمِنُ بِهِ وَمَا يَجْحَدُ بِآيَاتِنَا إِلَّا الْكَافِرُونَ
Zoo hebben wij u het boek van den Koran nedergezonden, en zij aan wie wij de vroegere schriften hebben gegeven, gelooven daarin; en onder deze Arabieren zijn er ook die daarin gelooven, en niemand verwerpt onze teekenen, behalve de hardnekkige ongeloovigen.
29 : 48
وَمَا كُنتَ تَتْلُو مِن قَبْلِهِ مِن كِتَابٍ وَلَا تَخُطُّهُ بِيَمِينِكَ إِذًا لَّارْتَابَ الْمُبْطِلُونَ
Gij kondt geen (goddelijk) boek voor dit lezen, noch kondt gij het met uwe rechterhand schrijven. Toen zouden de tegensprekers terecht aan den goddelijken oorsprong daarvan hebben getwijfeld.
29 : 49
بَلْ هُوَ آيَاتٌ بَيِّنَاتٌ فِي صُدُورِ الَّذِينَ أُوتُوا الْعِلْمَ وَمَا يَجْحَدُ بِآيَاتِنَا إِلَّا الظَّالِمُونَ
Maar het geeft duidelijke teekens in de borst dergenen die verstand hebben ontvangen; want niemand verwerpt onze teekenen; behalve de onrechtvaardigen.
29 : 50
وَقَالُوا لَوْلَا أُنزِلَ عَلَيْهِ آيَاتٌ مِّن رَّبِّهِ قُلْ إِنَّمَا الْآيَاتُ عِندَ اللَّهِ وَإِنَّمَا أَنَا نَذِيرٌ مُّبِينٌ
Zij zeggen: Zoolang geen teeken van zijn Heer wordt nedergezonden, zullen wij niet gelooven. Antwoord: Teekenen zijn alleen in de macht van God, en ik ben slechts een openbaar prediker.
29 : 51
أَوَلَمْ يَكْفِهِمْ أَنَّا أَنزَلْنَا عَلَيْكَ الْكِتَابَ يُتْلَى عَلَيْهِمْ إِنَّ فِي ذَلِكَ لَرَحْمَةً وَذِكْرَى لِقَوْمٍ يُؤْمِنُونَ
Is het niet toereikend voor hen, dat wij u het boek van den Koran hebben nedergezonden om hun voorgelezen te worden? Waarlijk, hierin is eene genade en eene vermaning voor hen die gelooven.
29 : 52
قُلْ كَفَى بِاللَّهِ بَيْنِي وَبَيْنَكُمْ شَهِيدًا يَعْلَمُ مَا فِي السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ وَالَّذِينَ آمَنُوا بِالْبَاطِلِ وَكَفَرُوا بِاللَّهِ أُوْلَئِكَ هُمُ الْخَاسِرُونَ
Zeg: God is een toereikende getuige tusschen mij en u. Hij kent alles wat in den hemel en op aarde is, en zij die in ijdele afgoden gelooven en God loochenen, zullen gestraft worden.
29 : 53
وَيَسْتَعْجِلُونَكَ بِالْعَذَابِ وَلَوْلَا أَجَلٌ مُّسَمًّى لَجَاءهُمُ الْعَذَابُ وَلَيَأْتِيَنَّهُم بَغْتَةً وَهُمْ لَا يَشْعُرُونَ
Zij zullen van u eischen, dat gij de straf verhaast, welke zij u tarten op hen te doen nederkomen. Indien er echter geen bepaalde tijd voor hun uitstel ware geweest, zou de straf reeds op hen zijn nedergekomen; maar zij zal hen zekerlijk plotseling overvallen, en zij zullen het niet voorzien.
29 : 54
يَسْتَعْجِلُونَكَ بِالْعَذَابِ وَإِنَّ جَهَنَّمَ لَمُحِيطَةٌ بِالْكَافِرِينَ
Zij eischen van u, dat gij spoedig een wraak op hen zult doen nederkomen; maar de hel zal de ongeloovigen zekerlijk omringen.
29 : 55
يَوْمَ يَغْشَاهُمُ الْعَذَابُ مِن فَوْقِهِمْ وَمِن تَحْتِ أَرْجُلِهِمْ وَيَقُولُ ذُوقُوا مَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ
Op een zekeren dag zal hunne straf hen plotseling overvallen; zoowel van boven hen als van onder hunne voeten zal God hun toeroepen: Proef de vergelding van hetgeen gij hebt bedreven.
29 : 56
يَا عِبَادِيَ الَّذِينَ آمَنُوا إِنَّ أَرْضِي وَاسِعَةٌ فَإِيَّايَ فَاعْبُدُونِ
O mijne dienaren, die geloofd hebt; waarlijk, mijne aarde is ruim; dient mij dus.
29 : 57
كُلُّ نَفْسٍ ذَائِقَةُ الْمَوْتِ ثُمَّ إِلَيْنَا تُرْجَعُونَ
Iedere ziel zal den dood ondergaan; daarna zult gij tot ons terug keeren.
29 : 58
وَالَّذِينَ آمَنُوا وَعَمِلُوا الصَّالِحَاتِ لَنُبَوِّئَنَّهُم مِّنَ الْجَنَّةِ غُرَفًا تَجْرِي مِن تَحْتِهَا الْأَنْهَارُ خَالِدِينَ فِيهَا نِعْمَ أَجْرُ الْعَامِلِينَ
En wat hen betreft die geloofd en rechtvaardigheid uitgeoefend zullen hebben, wij zullen hen zekerlijk in de hoogere gedeelten van het paradijs huisvesten; rivieren zullen onder hen stroomen, en eeuwig zullen zij daar verblijven. Hoe heerlijk zal de belooning zijn van hen, die rechtvaardigheid hebben uitgeoefend!
29 : 59
الَّذِينَ صَبَرُوا وَعَلَى رَبِّهِمْ يَتَوَكَّلُونَ
Die met geduld volharden en hun vertrouwen in den Heer stellen.
29 : 60
وَكَأَيِّن مِن دَابَّةٍ لَا تَحْمِلُ رِزْقَهَا اللَّهُ يَرْزُقُهَا وَإِيَّاكُمْ وَهُوَ السَّمِيعُ الْعَلِيمُ
Hoe vele dieren zijn er niet die voor hun voedsel niet zorgen? God is het die hen en u voorziet, en hij hoort en kent alles.


Share: